Artikel 745bis BW, dat het intestaatserfrecht van de langstlevende echtgenote regelt, werd gewijzigd door de wet van 22 juli 2018. Ook een aantal andere recente wetten hebben gevolgen voor de toepassing van deze wetsbepaling. Bert Van Den Houte zet in zijn bijdrage de verscheidene aspecten van dit vernieuwde intestaatserfrecht uiteen.
Het vernieuwde intestaatserfrecht van de langstlevende echtgenote
Poging tot wegwerken van invloed van het huwelijksstelsel
Vroeger erfde de langstlevende echtgenote die in samenloop kwam met nauwe zijverwanten niet alleen het vruchtgebruik van het eigen vermogen van de erflater, maar ook de volle eigendom van diens aandeel in het gemeenschappelijk vermogen. Echtgenoten die gehuwd waren onder scheiding van goederen en geen gemeenschappelijk vermogen hadden, vielen dus uit de boot. Het nieuwe artikel 745bis BW probeert die situatie te corrigeren. Voortaan erft de langstlevende echtgenote ook de volle eigendom van het aandeel van de erflater in het onverdeelde vermogen dat exclusief tussen echtgenoten bestaat.
Een kleine promotie voor de langstlevende echtgenote
De oude versie van artikel 745bis BW maakte geen onderscheid tussen de verschillende soorten zijverwanten waarmee de langstlevende echtgenote in samenloop kon komen. Ook ooms, tantes, neven en nichten hadden dus een erfaanspraak. Onder het nieuwe recht hebben deze gewone zijverwanten geen erfaanspraken meer indien zij met de langstlevende echtgenote tot de nalatenschap komen. De wetgever meent dat dit beter aansluit bij de vermoede wil van de erflater. De langstlevende echtgenote verkrijgt in dit geval de gehele nalatenschap in volle eigendom. Zij sluit de andere erfgenamen uit.
Invloed van andere recente hervormingen
Indien de langstlevende echtgenote in samenloop komt met de afstammelingen van de erflater, verkrijgt zij zoals voorheen het vruchtgebruik over de gehele nalatenschap. Dit erfrechtelijk vruchtgebruik vertoont de meeste kenmerken van een gemeenrechtelijk vruchtgebruik. De langstlevende echtgenote heeft bijvoorbeeld alle rechten die de titularis van een gemeenrechtelijk vruchtgebruik heeft. De recente invoering van een Boek 3 in het Burgerlijk Wetboek, dat het goederenrecht vernieuwt, speelt logischerwijs een belangrijke rol voor de rechten van de langstlevende echtgenote.
Ook heeft het begrip ‘vruchtgebruik over de gehele nalatenschap’ een andere betekenis gekregen. Onder het oude recht strekte het erfrechtelijk vruchtgebruik zich uit tot ingebrachte goederen. Sedert de inwerkingtreding van de wet van 31 juli 2017 kan de langstlevende echtgenote niet langer de inbreng van giften eisen.
Artikel 745bis BW kent ten slotte een recht op de huur van de gemeenschappelijke verblijfplaats toe aan de langstlevende echtgenote. Lang bestond discussie of die erfaanspraak een ab intestato erfaanspraak of een reservataire erfaanspraak was. Sedert de wet van 31 juli 2017 staat het reservatair karakter van dit recht onmiskenbaar vast.
De bijdrage beoogt een analyse van deze vernieuwingen in te passen in een algemene uiteenzetting over het intestaatserfrecht van de langstlevende echtgenote.
Bron
B. Van Den Houte, “Art. 745bis BW”, in Erfenissen, Schenkingen en Testamenten, Artikelsgewijze Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Wolters Kluwer, losbl.
Auteur :
Bert Van Den Houte is mandaatassistent aan de Universiteit Antwerpen
Lees dit artikel rechtstreeks in Jura