Met de publicatie van de programmawet van 18 juli 2025 in het Belgisch Staatsblad treden tal van fiscale wijzigingen in werking. De wet, die deel uitmaakt van de bredere begrotingsafspraken van de federale regering, bevat bepalingen die onder meer de registratiebelasting, fiscale en sociale regularisatie en de effectentaks aanpakken. Een overzicht van de belangrijkste nieuwigheden.
Dit artikel verscheen eerder op monKEY, de kennisbank voor fiscale professionals. Meer weten.
Vliegtaks versoepeld, maar ook verhoogd
De bestaande luchtvaartpassagierstaks (‘taks op de inscheping van een luchtvaartuig’) is vereenvoudigd: vanaf 29 juli 2025 geldt een forfait van 5 EUR per ticket, ongeacht de bestemming. Tot nu toe gold een systeem met verschillende – zij het lagere (2 en 4 EUR) – tarieven, afhankelijk van de afstand. Het tarief van 10 EUR voor reizen tot 500 km blijft behouden.Registratierecht nationaliteitsprocedures
Vanaf 29 juli 2025 moet een registratierecht van 1000 EUR betaald worden voor het aanvragen van de Belgische nationaliteit via een nationaliteitsverklaring of naturalisatie. Aanzienlijk meer dan de 150 EUR van voorheen. Vanaf 1 januari 2026 wordt het registratierecht jaarlijks geïndexeerd.Nieuwe belasting op ‘carried interest’
De regering pakt het fiscaal gunstige regime van ‘carried interest’ aan. Winsten van beheerders van investeringsfondsen worden voortaan herkwalificeerd als roerende inkomsten, belast aan een tarief van 25 %.Lees meer over de inwerkingtreding en antimisbruikbepaling.
Exittaks bij emigratie van vennootschappen
De wetgever introduceert een nieuwe exittaks op aandeelhoudersniveau bij de emigratie van vennootschappen. Waar tot nu toe enkel op vennootschapsniveau een fiscale afrekening plaatsvond (door de fictieve liquidatie), wordt voortaan ook bij de aandeelhouders een fictief liquidatiedividend aangenomen. Deze heffing is van toepassing bij grensoverschrijdende zetelverplaatsingen, fusies, splitsingen en gelijkaardige herstructureringen, voor zover activa als gevolg daarvan niet langer in België worden aangehouden of aangewend.Deze afdeling van de programmawet treedt in werking op 29 juli 2025 en is van toepassing op de verrichtingen die vanaf die datum hebben plaatsgevonden.
Harmonisering liquidatiereserve en VVPRbis
De programmawet zorgt voor de harmonisering van de fiscale regimes voor de uitkering van liquidatiereserves voor kleine vennootschappen (of ondernemingen die voldoen aan de criteria voor kleine vennootschappen) met het VVPRbis-stelsel.Voor liquidatiereserves aangelegd vóór 31 december 2025 geldt een roerende voorheffing van 5 % bij uitkering na 5 jaar, 6,5 % na minstens 3 jaar en 20 % bij uitkering binnen de 3 jaar. Voor reserves aangelegd na 2025 geldt enkel een tarief van 6,5 % na 3 jaar; wie sneller uitkeert, betaalt het standaardtarief van 30 %. Uitsluitend bij vereffening blijft de uitkering volledig vrij van roerende voorheffing.
Meer over de inwerkingtreding en het VVPRbis-stelsel.
DBI-aftrek strenger gereglementeerd
Het stelsel van de DBI-aftrek wordt hervormd. De wetgever verscherpt de voorwaarden voor vennootschappen die dividenden ontvangen uit deelnemingen van minstens 2,5 miljoen euro. Voortaan moeten deze deelnemingen, voor niet-kleine vennootschappen, ook de aard van financiële vaste activa hebben om in aanmerking te komen voor de DBI-aftrek.De bedoeling is te vermijden dat vennootschappen kortstondige beleggingen fiscaal optimaliseren via de DBI-regeling. Deze maatregel treedt in werking vanaf aanslagjaar 2026. Aanpassingen aan de boekjaarsluiting vanaf 3 februari 2025 die enkel tot doel hebben om deze nieuwe regels te ontwijken, worden genegeerd voor de toepassing van de wet. Voor bepaalde bepalingen geldt onmiddellijke toepassing vanaf 29 juli 2025.
Belastingverhoging in geval van goede trouw afgeschaft
De wetgever voert een milder beleid bij eerste vergissingen van belastingplichtigen: voortaan wordt bij een eerste inbreuk te goeder trouw automatisch afgezien van een belastingverhoging. De goede trouw wordt vermoed, tenzij de fiscus het tegendeel kan bewijzen, met uitzondering van gevallen van fraude (zoals bedoeld in artikel 351 WIB 1992).Deze versoepeling geldt voor aanslagen ingekohierd vanaf 29 juli 2025.
Herinvoering permanent systeem fiscale regularisatie
De programmawet herintroduceert een permanent systeem voor fiscale regularisatie. Daarmee kunnen belastingplichtigen ontdoken inkomsten, kapitalen, btw-handelingen en fiscaal verjaarde vermogens legaal aangeven bij een speciaal opgericht Contactpunt binnen de FOD Financiën.Lees meer over de voorwaarden.
Aangepaste btw-tarieven voor klimaatonvriendelijke producten
De wetgever schrapt de verlaagde btw-tarieven voor bepaalde klimaatonvriendelijke producten, in het bijzonder bepaalde fossiele brandstoffen en bepaalde apparaten die functioneren op grond van de verbranding van fossiele brandstoffen. Denk hier aan een verhoging van 6 naar 21 % btw bij plaatsing van een verwarmingsketel in een woning ouder dan 10 jaar.Daarnaast wordt het verlaagd btw-tarief van 6% btw op sloop en heropbouw definitief. Dat tarief stond al op 6 % maar dat was een tijdelijke maatregel, die op 1 juli afliep.
Hoofdstuk 6 van de programmawet treedt in werking op 29 juli 2025.
Herinvoering permanent systeem sociale regularisatie
Parallel met de invoering van een permanent systeem voor fiscale regularisatie komt er ook opnieuw een permanent systeem voor sociale regularisatie. Dankzij die regeling kunnen zelfstandigen ook beroepsinkomsten die nooit aangegeven zijn en waarop dus geen bijdragen werden betaald, alsnog regulariseren. Maar er gelden voorwaarden. En ze moeten een extra boete van 20 % betalen op het fiscaal geregulariseerde beroepsinkomen. Bovendien mag de betaling van de sociale bijdragen nog niet verjaard zijn om de inkomsten ook sociaal te kunnen regulariseren.In werking: 29 juli 2025.
Effectentaks: meldplicht bij verschuiving van effecten
Om ontwijking van de effectentaks tegen te gaan wordt in het Wetboek Diverse Rechten en Taksen (WDRT) een kennisgevingsverplichting ingevoerd voor bepaalde transacties. Meer concreet voor omzettingen van financiële instrumenten die zijn ingeschreven op een effectenrekening naar financiële instrumenten die niet zijn ingeschreven op een dergelijke rekening en de overdracht van een deel van de effecten naar een effectenrekening bij dezelfde of een andere financiële instelling (voor zover dat onmiddellijk voor deze omzetting, de totale waarde van de belastbare financiële instrumenten op de betreffende rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro).De fiscus zal deze handelingen kunnen verwerpen indien ze louter fiscaal gemotiveerd zijn. De nadere regels voor de meldplicht volgen in een KB.
Hoofdstuk 8 treedt in werking op 29 juli 2025. De eerste meldingen moeten uiterlijk op 31 december 2025 gebeuren.
Verlenging gunstregimes overuren
De wetgever verlengt de bestaande regelingen inzake overwerk, met name het fiscaal en parafiscaal gunstregime voor overuren. Het gaat om het bestaande gunstregime voor overuren waardoor werknemers ook in de komende periode tot 180 overuren per jaar fiscaal voordelig kunnen presteren. Die overuren blijven vrijgesteld van belastingen en in bepaalde sectoren ook van RSZ-werkgeversbijdragen.In werking: 1 juli 2025.
Bron:
18 juli 2025. – Programmawet, BS 29 juli 2025, p. 63555.