Rechtspraak speelt een zeer belangrijke rol bij de toepassing en interpretatie van wettelijke bepalingen. Daarom biedt SocialEye u de mogelijkheid om dagelijks toegang te krijgen tot gerechtelijke beslissingen die besproken worden door specialisten in sociaal recht.
U vindt hierna sociaalrechtelijke beslissingen die besproken werden in april 2022.
Rechtspraakoverzicht sociaal recht – april 2022
1) Arbeidsrecht
Uitvoering van de overeenkomst
Arbrb. Henegouwen (afd. Doornik), 11 februari 2022, AR 21/256/A (Terra Laboris)
Oneerlijke concurrentie: de Rechtbank herinnert aan de verbodsbepalingen van artikel 17 van de wet van 3 juli 1978, zoals gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen. In dit vonnis herinnert de Rechtbank eraan dat het beginsel van contractuele vrijheid wordt beperkt door de rechten die door andere rechtsbronnen worden gewaarborgd, met name door de vrijheid van arbeid die is vervat in artikel 23 van de Grondwet en artikel II.3 van het Wetboek van economisch recht. Eenieder heeft het recht de economische activiteit van zijn keuze uit te oefenen, en dit kan niet worden beperkt door een contractuele bepaling.
Begrip arbeidsovereenkomst
Cass., 23 maart 2022 P.21.1500.F (G. Jacquemart)
Stakingsrecht vs. Cassatie: het Hof verwerpt de voorziening die is ingesteld tegen een veel becommentarieerd arrest van het Hof van Beroep van Luik van 19 oktober 2021, waarbij 17 vakbondsleden die in oktober 2015 de snelweg Luik-Aken hadden geblokkeerd, tot geldboetes en gevangenisstraffen met uitstel waren veroordeeld. De conclusies van het Hof van Cassatie zijn scherp.
Arbrb. Henegouwen (afd. Charleroi), 14 maart 2022, AR 21/2.171/A (Terra Laboris)
Bedrag van de aan een beschermde werknemer verschuldigde aanvullende vergoeding: de Rechtbank neemt de rechtspraak van het Hof van Cassatie over met betrekking tot de berekening van de aanvullende vergoeding die de werkgever bovenop de werkloosheidsuitkeringen verschuldigd is in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst van een beschermde werknemer in de zin van de wet van 19 maart 1991.
Arbrb. Luik (afd. Dinant), 25 februari 2022, AR 21/303/A (Terra Laboris)
Tijdelijke werkloosheid in het kader van corona en misbruik van procedure: de Rechtbank analyseert de wijzigingen aan het begrip werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de Covid-19-crisis en de maatregelen die zijn genomen door de twee koninklijke besluiten van 30 maart 2020 en 24 juni 2020.
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Cass., 12 april 2021 AR S.20.0050.N/1 (G. Jacquemart)
Dringende reden: het Hof bekrachtigt het principe dat in geval van een ontslag om dringende redenen dat niet door de arbeidsgerechten is aanvaard, de beschermingsvergoeding verschuldigd is indien de aangevoerde redenen voor het ontslag niet vreemd zijn aan de onafhankelijkheid van de ontslagen preventieadviseur of indien de werkgever de onbekwaamheid van de preventieadviseur om zijn functie te blijven uitoefenen aanvoert maar niet bewijst.
Arbh. Brussel, 2 maart 2022, AR 2019/AB/71 (Terra Laboris)
Geen verhoor in de overheidssector: het Hof neemt het standpunt over van de hoge rechterlijke instanties over de kwestie van de aan het ontslag van een contractuele werknemer in de overheidssector voorafgaande verplichting, een debat waaraan twee arresten van het Grondwettelijk Hof een einde hebben gemaakt.
Arbrb. Luik (afd. Luik), 24 februari 2022, AR 21/8/A (Terra Laboris)
Dringende reden en verhoor: de Rechtbank concludeert dat de termijn van drie dagen tussen de kennisneming van de feiten en het ter kennis gebrachte ontslag om dringende reden niet is nageleefd in de situatie waarin de werknemer na meerdere weken werd gehoord over de feiten die tot zijn ontslag op staande voet kunnen leiden, waarbij de werkgever niet aantoont dat er vóór het verhoor zelf interne controle- of onderzoeksmaatregelen zijn getroffen, waarvan hij enkel verduidelijkt dat het verhoor er het laatste onderdeel van vormt.
Arbh. Brussel, 15 december 2021, AR 2018/AB/938 (Terra Laboris)
Compenserende opzeggingsvergoeding en lopend loon: het Hof onderzoekt het begrip “lopend loon” in de zin van artikel 39, § 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en gaat na of bepaalde contractuele voordelen al dan niet de aard van loon hebben (recurrente resultaatsgebonden voordelen, werkbonus, enz.).
Discriminatie
Voorz. Arbrb. Luik (kortgeding), 24 februari 2022, KG 21/27/C (Terra Laboris)
Dragen van tekens van overtuiging: de Voorzitter stelt het Grondwettelijk Hof en het Hof van Justitie een vraag over het dragen van tekens van overtuiging in een overheidsdienst, waarbij voor het Hof van Justitie wordt gepreciseerd dat het betrokken verbod een meerderheid van vrouwen treft en bijgevolg een verkapte discriminatie op grond van gender kan inhouden.
Arbh. Luik – 20 december 2021 – AR 2019/AL/345 (C. Assaf en C. Capart - Elegis)
Verbod op het dragen van tekens van overtuiging in de privésector: het Hof past de nieuwe rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie toe en beslist dat het verbod om tekens van overtuigingen te dragen in een privéonderneming niet noodzakelijk beperkt moet zijn tot personeel dat in contact staat met het publiek of tot leidinggevend personeel. Het kan van toepassing zijn op alle personeelsleden, mits kan worden aangetoond dat het noodzakelijk is voor de handhaving van de sociale vrede.
Loon
Cass., 14 maart 2022, nr. S.21.0006.F (Terra Laboris)
Verkoopincentives: het Hof heeft een voorziening verworpen tegen een arrest van het Arbeidshof van Brussel van 25 juni 2020, dat had aanvaard dat verkoopincentives die worden betaald aan verkopers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden met een vennootschap die als concessiehouder auto’s verkoopt loon vormt, en zo een vaste rechtspraak bevestigde.
Cass., 15 november 2021 S.20.0092.F (G. Jacquemart)
Wachtdienst: na te hebben vastgesteld dat de wachtdienst van de vrijwillige brandweerlieden van Nijvel in de onderzochte concrete situatie arbeidstijd vormt in de zin van artikel 2 van richtlijn 2003/88/EG (HJEU, 21 februari 2018), oordeelt het Hof dat deze tijd onderscheiden kan worden bezoldigd van het normale loon voor de arbeidstijd die in de sector of de onderneming van toepassing is.
Cass., 13 december 2021, AR S.19.0014.F (G. Jacquemart)
Overloon en nachtarbeid: het Hof oordeelt dat onder nachtarbeid die recht geeft op overloon binnen het PC 330, enkel de situatie moet worden verstaan van werknemers tewerkgesteld zijn in arbeidsregelingen met arbeidsprestaties tussen 20.00 uur en 6.00 uur, met uitsluiting van werknemers die ofwel uitsluitend tussen 6.00 uur en 24.00 uur ofwel gewoonlijk vanaf 5.00 uur werken.
Arbh. Brussel 1 december 2006, AR 2018/AB/1.010 (Terra Laboris)
Recht op gewaarborgd loon: het Hof onderzoekt de verplichtingen van de werknemer in geval van arbeidsongeschiktheid, alsook de situaties waarin hem het recht op gewaarborgd loon kan worden ontnomen, en herinnert aan de dwingende aard van artikel 31, § 3/1 van de wet van 3 juli 1978.
Tuchtsancties
Arbrb. Luik (afd. Aarlen), 23 november 2021, AR 20/84/A (Terra Laboris)
Gerechtelijke controle: de Rechtbank herinnert eraan dat de rechter in het kader van zijn marginale toetsing van de gegrondheid van een tuchtsanctie kan nagaan of die sanctie in verhouding staat tot de verweten fout.
2) Socialezekerheidsrecht
Sociale bijdragen
Arbh. Luik (afd. Namen), 1 februari 2022, AR 2020/AN/144 (Terra Laboris)
Bijdrage bij gebrek aan Dimona: het Hof herinnert aan de regeling die de solidariteitsbijdrage verschuldigd maakt bij gebrek aan Dimona, en wijst erop dat deze bijdrage kan worden verminderd indien de werkgever bewijst dat de werknemer zich in de materiële onmogelijkheid bevond om de arbeidsprestaties voltijds te verrichten.
Arbeidsongeval
Arbh. Luik (afd. Luik), 27 januari 2022, AR 2020/AL/412 (Terra Laboris)
Verplichting van Fedris bij verergering van de restletsels: het Hof verduidelijkt de verplichtingen van Fedris zoals bedoeld in artikel 136, § 6, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994: het agentschap moet aan de ZIV-verzekeraar alle gewezen rechterlijke beslissingen overmaken en niet alleen het eindvonnis.
Arbh. Brussel, 7 februari 2022, AR 2012/AB/655 (Terra Laboris)
Verergeringsbijslag: het Hof onderzoekt de schadeloosstelling die moet worden toegekend na een ongeval in de privésfeer dat gedeeltelijk is veroorzaakt door een eerder arbeidsongeval, en dit na het verstrijken van de herzieningstermijn.
Verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen
Arbh. Brussel, 11 maart 2022, AR 2019/AB/1 (Terra Laboris)
Loopbaanonderbreking: het Hof herinnert er enerzijds aan dat de werknemer bij volledige loopbaanonderbreking geen aanspraak kan maken op uitkeringen voor de periode waarin hij een beroep kan doen op een loopbaanonderbrekingsuitkering, en anderzijds dat de proactieve verplichtingen van de ZIV-verzekeraar om het bestaan van andere inkomsten op te sporen moet worden afgewogen tegen die van de sociaal verzekerde, die verplicht is correcte verklaringen te doen op de daartoe bestemde formulieren.
Werkloosheid
Fr. Arbrb. Brussel, 23 maart 2022, AR 21/3.037/A (Terra Laboris)
Gezinslast en niet-betaling van de onderhoudsuitkering: de Rechtbank herinnert aan de verplichtingen van de RVA in geval van wanbetaling door de werkloze die onderhoudsuitkeringen verschuldigd is en uitkeringen ontvangt volgens het tarief “met gezinslast”. Een interessant element in de beoordeling van de rechter is dat het vonnis uitdrukkelijk stelt dat het niet betalen van de totaliteit van de onderhoudsuitkeringen niet noodzakelijkerwijs de conclusie impliceert dat de werkloze de verhoging van de uitkeringen niet heeft gebruikt om zijn schuldeisers te betalen, behalve in het geval dat de gedeeltelijke betaling “werkelijk minimaal” is, waaruit blijkt dat de betrokkene de verhoging niet voor dit doel wilde gebruiken.
Kinderbijslag
Arbh. Luik (afd. Luik), 10 december 2021, AR 2021/AL/97 (Terra Laboris)
Gelijkmatig verdeelde huisvesting en rang: in verband met een betwisting over de rang van kinderen inzake kinderbijslag (vóór de omvorming van de sector) herinnert het Hof aan de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof in geval van een extrinsieke leemte in een tekst. In een dergelijk geval is het aan de wetgever en aan de wetgever alleen om, met inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, te beoordelen op welke wijze en in welke mate rekening moet worden gehouden met de last die de ouders daadwerkelijk voor hun kinderen op zich nemen in geval van samengestelde gezinnen, rekening houdend met de doelstelling van gelijkheid tussen kinderen. Het Hof herinnert eraan dat de wettelijke bepaling, door te verhinderen dat gescheiden ouders die hun kinderen gelijkmatig verdeeld huisvesten, elk als bijslagtrekkende worden erkend, tot gevolg heeft dat slechts een van die ouders aanspraak kan maken op het in aanmerking nemen van uit de vorige verbintenis geboren kinderen voor de bepaling van de rang van de uit een latere verbintenis geboren kinderen.