Legal14 april, 2025

Pieter-Jan Wouters: Auteursrechten fiscaal bekeken: tussen hervorming, rulings en realiteit

Sinds de hervorming van het fiscale gunstregime voor auteursrechten in 2022 is er heel wat te doen rond de praktische toepassing en de interpretatie van de aangepaste regels. Pieter-Jan Wouters, Tax Director bij Deloitte, schreef hierover een helder en praktijkgericht boek: Inkomsten uit auteursrechten – Praktische toetsing van het huidige fiscale speelveld. In dit interview blikt hij terug op de aanleiding, geeft hij een kritische kijk op de hervormingen en deelt hij zijn visie op de toekomst van het regime.
PieterJanWouters
Pieter-Jan Wouters

Functie: Tax Director bij Deloitte en Docent Vennootschapsbelasting aan de UCLL Hogeschool
Wolters Kluwer-publicaties: Publiceert regelmatig in Fiscale Actualiteit, Internationale Fiscale Actualiteit, Algemeen Fiscaal Tijdschrift en Fiscaal Praktijkboek Directe belastingen over een ruim scala aan fiscale onderwerpen
Opleiding: Master in het Fiscaal Recht (UA – 2014) en Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen (UA – 2012)
Vrije tijd & interesses: Liefhebber van de Italiaanse keuken en van lange wandelingen met de hond

Wat was voor u de concrete aanleiding om dit boek te schrijven?

De aanleiding was uiteraard de programmawet van 26 december 2022, die het gunstregime voor auteursrechtenvergoedingen voorzag van een reeks nieuwe voorwaarden en begrenzingen. Die hervorming veroorzaakte heel wat commotie, dus het was nuttig om eerst even af te wachten of de spreekwoordelijke soep werkelijk zo heet gegeten zou worden als ze werd opgediend. Ondertussen zijn we meer dan twee jaar verder onder het nieuwe regime, en is er een ruime rulingpraktijk ontstaan waaruit al interessante lessen te trekken vallen – bij gebrek aan een nochtans aangekondigde maar nooit verschenen circulaire.

Welke elementen van de hervorming vindt u geslaagd? En waar heeft de wetgever volgens u kansen gemist?

Hoewel de minister van Financiën een “grondige hervorming” had aangekondigd om de oorspronkelijke doelstellingen van 2008 beter te capteren in de wet, is het zeer de vraag of dat geslaagd is. De recente rulingpraktijk toont aan dat het gunstregime nog steeds toepasbaar is voor een ruime groep auteurs – al dan niet in loondienst – uit zeer uiteenlopende sectoren. Van een fundamentele hervorming is dus weinig sprake, al brengen de bijkomende voorwaarden en begrenzingen wel extra interpretatievraagstukken met zich mee.

De recente rulingpraktijk toont aan dat het gunstregime nog steeds toepasbaar is voor een ruime groep auteurs – al dan niet in loondienst – uit zeer uiteenlopende sectoren.

Opmerkelijk is dat de wetgever weinig lessen getrokken heeft uit eerdere discussies. Bepaalde problemen en onduidelijkheden uit het oude regime zijn integraal geïmporteerd in de nieuwe wetgeving. Denk bijvoorbeeld aan de vraag welk kostenforfait kan worden toegepast bij overschrijding van het jaarlijks te indexeren grensbedrag van 20.000 euro, of hoe invulling moet worden gegeven aan de voorwaarde dat de auteursrechten of naburige rechten moeten worden gebruikt voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid om artikel 37 WIB92 toe te passen. Ook blijft de vraag of auteursrechtelijk beschermde werken volgens het gemeenrecht, alsook de zeer ruime invulling van concepten als ‘publieke mededeling’ en ‘reproductie’ door het Europees Hof van Justitie, zich wel lenen als middel of criterium om de doelstellingen van de wetgever te realiseren.

Voor welke beroepscategorieën blijft het regime vandaag écht relevant, ondanks de beperkingen?

De minister liet eerder al vallen dat geen enkele beroepsgroep a priori zou worden uitgesloten, en dat zien we ook bevestigd in de rulingpraktijk. Een brede waaier aan profielen heeft ondertussen groen licht gekregen van de Dienst Voorafgaande Beslissingen: auteurs van vaktechnische en journalistieke bijdragen, docenten met lesmateriaal (inclusief PowerPoints), podcasters, persfotografen, striptekenaars, spelbedenkers, webdesigners (zolang ze maar geen broncodes schrijven), en een hele waslijst aan communicatie- en marketinggerelateerde functies, inclusief copywriters, influencers en productontwerpers.

Het maakt hierbij niet uit of het gaat om een creatieveling in loondienst, dan wel een zelfstandige of een bedrijfsleider van de vennootschap waaraan de auteursrechten worden overgedragen.

Aangezien creatievelingen in loondienst in aanmerking komen, lijkt men duidelijk geen probleem te hebben met het feit dat er recurrente inkomsten uit auteursrechten worden verwezenlijkt. Althans zolang ze maar onder bepaalde grenzen blijven, maar die grenzen liggen behoorlijk hoog – zeker in het tweede en derde grensbedrag van artikel 37 WIB92. In die zin dat de Raad van State zich al afvroeg tijdens de parlementaire voorbereidingswerken of men hierbij überhaupt aansluiting zoekt bij de oorspronkelijke doelstellingen. Niet dus.

Als softwareontwikkelaars straks opnieuw toegang krijgen tot het regime, zullen er wellicht snel opnieuw discussies ontstaan over de budgettaire impact.

Hoe ziet u het regime verder evolueren, na de aangekondigde aanpassingen in het nieuwe regeerakkoord?

Het regeerakkoord van de regering-De Wever bevat de expliciete intentie om het gunstregime opnieuw open te stellen voor computerprogramma’s. Daarmee wil men komaf maken met de discriminatie tussen digitale beroepen (die momenteel uitgesloten zijn) en andere creatieve beroepen. Opmerkelijk, want het Grondwettelijk Hof oordeelde in 2024 net dat er geen sprake was van discriminatie – al is de argumentatie van het Hof daarover vatbaar voor kritiek.

Als softwareontwikkelaars straks opnieuw toegang krijgen tot het regime, zullen er wellicht snel opnieuw discussies ontstaan over de budgettaire impact.

U publiceert heel regelmatig, o.a. in AFT, Fiscale Actualiteit en de Fiscale Praktijkboeken. Wat vindt u belangrijk in fiscale rechtsleer?

Mijn doel is altijd om complexe materie bevattelijk te brengen, zonder daarbij in te boeten aan nuance en diepgang. Ook in dit boek wordt het fiscale speelveld grondig uitgebeend, maar telkens met de bedoeling om het thema zo praktisch mogelijk te benaderen en te evalueren aan de hand van casussen en cijfervoorbeelden. Vandaar dat ook de recente rulingpraktijk een belangrijk onderdeel vormt van het boek.

Mijn doel is altijd om complexe materie bevattelijk te brengen, zonder daarbij in te boeten aan nuance en diepgang.

Wat hoopt u dat lezers meenemen uit dit boek?

De bedoeling is om het gunstregime volledig te doorlichten: van de concrete toetsing van alle wettelijke voorwaarden, tot de inzichten uit de rulingpraktijk en de vertaalslag naar de verschillende fiches en aangiftes in hoofde van zowel de genieter als de schuldenaar van de inkomsten. Tegelijk wil het boek ook waarschuwen voor onduidelijkheden en praktische moeilijkheden, en mogelijkheden tot optimalisaties meegeven.

Back To Top