Hoe geef ik een Spaans buitenverblijf aan op mijn belastingaangifte?
Fiscaal expert Jef Wellens legt uit:
U kunt zich inderdaad baseren op de valor catastral voor de aangifte van het belastbaar inkomen van uw Spaanse woning. Het inkomen van die woning moet worden aangegeven naast de code 1130/2130 van vak III van de aangifte.
Maar hoeveel bedraagt dat inkomen? Wettelijk bent u verplicht om de werkelijke brutohuurinkomsten (voor de periode dat u de woning verhuurde) of de door u geraamde brutohuurwaarde (voor de periode dat u de woning niet verhuurde) van de Spaanse woning aan te geven, maar die wettelijke regeling is nu al bij herhaling als discriminerend bestempeld door het Europese Hof van Justitie.
In een eerste arrest betrof het nog enkel niet verhuurde verblijven in het buitenland, maar een recenter arrest deed ook uitspraak over (aan particulieren) verhuurde buitenlandse woningen. U bent dus niet verplicht om de reële huur(waarde) van uw Spaanse woning aan te geven. De fiscus laat immers toe dat het aan te geven inkomen van een in het buitenland gelegen onroerend goed, wordt bepaald aan de hand van een door de buitenlandse overheid vastgestelde forfaitaire waarde.
En net als België, dat voor de bepaling van de belastbare grondslag van Belgische onroerende goederen het forfaitair bepaalde kadastraal inkomen (KI) gebruikt, hanteert ook Spanje een forfaitaire grondslag - de valor catastral - voor de heffing van de belasting op Spaanse onroerende goederen. Maar in tegenstelling tot het Belgische KI dat een forfaitair jaarinkomen is, vertegenwoordigt de valor catastral de forfaitaire waarde van het gehele goed.
De Spaanse overheid bepaalt het belastbaar jaarinkomen uit dat goed dan op 2% van die valor catastral, of op 1,1% indien de valor catastral in de laatste 10 jaar werd vastgesteld. Het percentage dat voor uw woning van toepassing is, vindt u bijvoorbeeld terug op het Spaanse aanslagbiljet van de belasting voor niet verblijfhouders (de Impuesto sobre la Renta de No Residentes). U neemt dus 2 procent (meestal voor een al wat oudere woning) of 1,1 procent (voor een nieuwbouw) van de valor catastral.
Omdat u de woning pas in de loop van vorig jaar kocht, mag u het bedrag beperken tot de periode dat u er in 2020 eigenaar van was, bv. 334/366ste als u de woning kocht op 1 februari. Dit antwoord geldt nog
voor de aangifte van dit jaar (2021). Vanaf volgend jaar (aangifte 2022) zult u
van uw Spaanse woning het kadastraal inkomen moeten aangeven, dat u in de loop
van dit jaar door de Belgische fiscus zal worden toegekend op basis van de
gegevens die u zult verstrekken.
Van dat bedrag mag u vervolgens nog de door u betaalde ‘Spaanse onroerende voorheffing’ (de IBI of Impuesto sobre los Bienes Inmuebles) aftrekken en het verschil geeft u dan uiteindelijk aan in code 1130/2130.
Andere Spaanse belastingen zoals de hoger genoemde belasting van niet verblijfhouders en de belasting op afval (Basura) mag u niet in mindering brengen. Leende u voor uw Spaanse woning, dan kunt u de betaalde intresten aangeven in code 1146/2146 van vak IX en wordt het belastbaar inkomen van de woning waarschijnlijk volledig tot nul herleid.
Maar zelfs zonder intresten, zal de belastingdruk niet fors verhogen, want het inkomen uit uw Spaanse woning wordt in België van belasting vrijgesteld. Men houdt enkel rekening met dit bedrag om het belastingtarief op uw andere Belgische inkomsten correct te bepalen. Belangrijk is dat u uw Spaanse woning aangeeft, want de fiscus weet dat u die woning heeft.