De federale wetgever zorgt voor een inhaalbeweging in de omzetting van een reeks financiële richtlijnen en verordeningen. Op 13 juli 2021 is een verzamelwet in het Belgisch Staatsblad verschenen die zorgt voor
- de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2019/1160 met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging
- de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2019/2177 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), markten voor financiële instrumenten, en voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering
- de tenuitvoerlegging van ‘de Transparantieverordening’ (Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector)
- de tenuitvoerlegging van ‘de Taxonomieverordening’ over de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van verordening (EU) 2019/2088).
Daarnaast bevat de wet nog een aantal diverse financiële bepalingen.
Opvallend: de Nederlandse versie van de verzamelwet werd gepubliceerd met een verkeerd opschrift: ‘wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget’. Volgens de parlementaire stukken gaat het om de ‘wet tot omzetting van Europese richtlijnen en tenuitvoerlegging van Europese verordeningen over financiële aangelegenheden’. Allicht zal deze fout via een erratum worden rechtgezet.
Grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging
Richtlijn 2019/1160 bevat verschillende maatregelen om het grensoverschrijdend aanbieden van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen en icbe’s in andere lidstaten te vereenvoudigen. Tal van oude belemmeringen zijn daarvoor weggenomen. Zo
- zijn kennisgevingsprocedures die een icbe in staat stellen om haar rechten van deelneming in een andere lidstaat te verhandelen, aangepast
- is de verplichting voor icbe’s om in elke lidstaat waar hun rechten van deelneming worden verhandeld, over een fysieke financiële dienst te beschikken die instaat voor het contact met beleggers, geschrapt
- zijn de voorwaarden voor premarketingpraktijken voor icbe’s die onder de AIFM-richtlijn vallen verduidelijkt
- gelden er striktere informatieuitwisselingsplichten voor de lidstaten wanneer er inbreuken op de wetgeving zijn vastgesteld.
De richtlijn werd later aangevuld door ICBE-Verordening 2019/1156. Daarmee werden onder meer minimumvereisten ingevoerd voor de publicitaire mededelingen die bij de verhandeling van rechten van deelneming in icbe’s worden verspreid.
De federale wetgever zorgt er nu voor dat de nationale regelgeving coherent is met de nieuwe Europese bepalingen. We geven hierbij mee dat de verordening sinds 1 augustus 2019 rechtstreeks van toepassing op alle lidstaten. Voor een juridisch correcte tenuitvoerlegging ervan voert de wetgever nu enkele minimale aanpassingen door in de ICB-wet van 3 augustus 2012. Wat de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2019/1160 betreft, houdt de wetgever strikt vast aan de bepalingen uit de richtlijn. Er worden geen nieuwe verplichtingen ingevoerd die verder rijken dan de vereisten uit de richtlijn zelf. Naast wijzigingen aan de ICB-wet van 2012 zijn er ook aanpassingen in de AICB-wet van 19 april 2014. De meeste bepalingen m.b.t. dit onderdeel van de verzamelwet treden in werking op 2 augustus 2021, de omzettingsdeadline van richtlijn 2019/1160. Maar ook de dag vanaf wanneer de lidstaten verplicht zijn de bepalingen van de richtlijn toe te passen.
Datarapporteringsverplichtingen uit wet toezicht financiële diensten
De wetgever schrapt de bepalingen van Richtlijn 2014/65/EU over de aanbieders van de datarapporteringsdiensten uit de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Een must op basis van Richtlijn 2019/2177 dat die bepalingen heeft opgeheven. Die opheffing sluit aan bij Verordening 2019/2175 m.b.t. het toezicht op de financiële sector. Deze bepaling van de verzamelwet treedt in werking op 1 januari 2022.
Tenuitvoerlegging Transparantieverordening en Taxonomieverordening
De Europese Commissie heeft in 2018 haar actieplan over de financiering van duurzame groei gepubliceerd. Dat bevat 3 hoofddoelen: kapitaalstromen heroriënteren in de richting van duurzame investeringen om duurzame en inclusieve groei te bewerkstelligen; financiële risico’s als gevolg van de klimaatverandering, de uitputting van hulpbronnen, de aantasting van het milieu en sociale kwesties beheren en transparantie en langetermijndenken bij financiële en economische activiteiten stimuleren.
Het plan resulteerde in 2 verordeningen:
- Verordening 2019/2088 of ‘de Transparantieverordening’ die geharmoniseerde regels bevat voor de transparantie over duurzaamheid in de financiële sector
- Verordening 2020/852 of ‘de Taxonomieverordening’ met uniforme criteria om te bepalen of een economische activiteit als ecologisch duurzaam kan worden aangemerkt en de mate van duurzaamheid van een belegging te kunnen bepalen.
Hoewel deze verordeningen rechtstreeks van toepassing zijn op alle lidstaten en dus niet in nationaal recht moeten worden omgezet, vereist de tenuitvoerlegging ervan dat een bevoegde autoriteit worden aangewezen die ‘over alle toezichts- en onderzoeksbevoegdheden moet beschikken die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar functies in het kader van deze verordeningen’. De wetgever duidt hiervoor formeel de FSMA aan. Deze bepaling van de verzamelwet treedt in werking op 1 januari 2022. De tenuitvoerlegging impliceert ook de definitie van de onderzoeksbevoegdheden van de bevoegde autoriteit, en van de maatregelen en sancties die deze kan nemen bij inbreuken op de bepalingen van de verordeningen. Hiervoor worden de verschillende sectorale wetgevingen die het statuut organiseren van de entiteiten die door de verordeningen worden geviseerd, gewijzigd om te garanderen dat de FSMA gebruik kan maken van dezelfde bevoegdheden en dezelfde maatregelen en sancties kan opleggen als voor de bepalingen van de sectorale wetgevingen met andere op dezelfde entiteiten toepasselijke informatieverplichtingen.
Diverse wijzigingen
Tot slot bevat de verzamelwet nog diverse wijzigingen aan de nationale regelgeving m.b.t. financiële aangelegenheden. Zo zijn er wijzigingen m.b.t. de organisatie van het toezicht op de naleving van de verplichtingen die voorzien zijn in de zogenaamde EMIR-verordening (European Market Infrastructure Regulation) ten laste van de niet-financiële tegenpartijen. De FSMA is belast met het toezicht op de naleving, door de financiële en niet-financiële tegenpartijen. De commissarissen zijn verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening van de niet-financiële tegenpartijen en moeten bij de FSMA verslag uitbrengen over de naleving, door die ondernemingen, van de door de EMIR-verordening opgelegde verplichtingen. De huidige wijziging moet de FSMA in staat stellen een risicogebaseerde benadering in haar controle te integreren door voornoemde verplichting om haar verslagen te bezorgen, op het profiel van de betrokken onderneming af te stemmen. Daarnaast voert de wetgever bijvoorbeeld ook een nieuwe toezichtsbevoegdheid van de FSMA in t.a.v. de aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en de aanbieders van bewaar-portemonnees zoals bedoeld in artikel 5 van de AML-wet.