bike ofice worker
Legal27 april, 2023

Verplaatsingen per fiets

Bron: SocialEye
Auteur(s): Partena Professional (Francis Verbrugge), Partena Professional (Laurence Philippe)

Privéfiets 

De werkgever is verplicht om tussen te komen in de “transportkosten” van werknemers die per fiets naar de arbeidsplaats komen, op voorwaarde dat deze tussenkomst wordt bepaald:

  • in een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst; in dit geval wordt de verplichting afgeleid uit een expliciete formulering zoals “de werkgever moet tussenkomen wanneer de werknemer om het even welk transportmiddel gebruikt buiten het openbaar vervoer”;
  • ofwel door een collectieve ondernemingsovereenkomst, door het arbeidsreglement of door een gebruik.

Het bedrag en de toekenningsmodaliteiten van de financiële tussenkomst worden gepreciseerd in de collectieve arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement.

Zo niet aanvaardt de werkgever geen enkele financiële verplichting voor deze wijze van verplaatsing.

We wijzen er echter op dat de werknemers die met de fiets naar het werk komen vanaf 1 mei 2023 op basis van de cao nr. 164 gesloten op 24 januari 2023 binnen de Nationale Arbeidsraad recht hebben op een fietsvergoeding (0,27 €/km in 2023) ten laste van hun werkgever voor een maximumheenafstand van 20 km. Het gaat hier evenwel om een suppletieve cao; deze zal van toepassing zijn wanneer er geen sectorale of ondernemings-cao bestaat die voorziet in een specifieke vergoeding voor fietsverplaatsingen tussen de woon- en werkplaats.

Op sociaal vlak

De werkgeverstegemoetkoming die wordt toegekend aan de werknemers die zich verplaatsen met een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel (met elektrische aandrijving; maximum 25 km/u) of een speed pedelec (met elektrische aandrijving) is vrijgesteld van sociale bijdragen onder dezelfde voorwaarden als die voorzien op fiscaal vlak (= volledige afstemming) (KB van 28 november 1969, art. 19, § 2, 16°, gewijzigd door het KB van 7 februari 2018 – BS 27 februari 2018). Indien evenwel zou blijken dat het bedrag van de kilometervergoeding toegekend als tegemoetkoming van de werkgever 0,27 € overschrijdt, dan zijn aan de RSZ sociale bijdragen verschuldigd op het deel dat dit bedrag overschrijdt.

Op fiscaal vlak

De werkgeverstussenkomst, die wordt overgemaakt aan personen die met een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speed pedelec naar het werk komen, vrijgesteld van belastingen, op voorwaarde dat het bedrag van de tussenkomst overeenkomt met een maximum van 0,27 € per km, zonder enig andere beperking (art. 38, § 1, lid 1, 14° a van het WIB92. Dit kilometerbedrag van 0,27 € is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2024 – inkomstenjaar 2023. De vrijstelling wordt toegekend ongeacht of de persoon kiest voor de aftrek van de forfaitaire beroepslasten of de rechtvaardiging van de werkelijke kosten in zijn belastingaangifte. We merken ook op dat de vrijstelling van de vergoeding van 0,27 € per km, voor dezelfde verplaatsing of voor een deel ervan, kan worden gecumuleerd met de vrijstelling van de werkgeverstussenkomst die wordt toegekend voor het gebruik van een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel.

Opmerking

Recent zijn nog andere voortbewegingstoestellen (step, gyropode, solowiel, enz.) verschenen in het stedelijke mobiliteitslandschap. Deze verschillende voortbewegingstoestellen beantwoorden doorgaans niet aan de definitie van ‘rijwiel’ in de zin van de wegcode. Ze hebben immers geen trapas. Het gebruik van deze voortbewegingstoestellen voor het woon-werkverkeer zal bijgevolg sociaal en fiscaal op dezelfde manier worden behandeld als de privévoertuigen (zie Privévoertuig). Terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets De terbeschikkingstelling aan de werknemer van een bedrijfsfiets is een voordeel van alle aard dat in principe belastbaar is en waarop sociale bijdragen moeten worden ingehouden, althans wanneer de werknemer de fiets ook voor privédoeleinden mag gebruiken (zie Gebruik van een bedrijfsfiets).

Verplaatsingen te voet

Er is geen wettelijke bepaling die aan de werkgever oplegt om financieel tegemoet te komen ten gunste van werknemers die te voet naar het werk komen.

Er kan echter een vergoeding worden voorzien door een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (zie PC’s nr. 112, 142.1, 149.1, 149.2, 149.3, 149.4 en 329.1). Op fiscaal vlak kunnen werknemers die te voet naar het werk gaan een vergoeding van hun werkgever ontvangen. In haar administratieve commentaar legt de FOD Financiën uit dat dergelijke vergoedingen die door de werkgever worden toegekend als terugbetaling van woon-werkverplaatsingskosten, de maximale vrijstelling van 470,00 € (inkomen 2023) genieten, op voorwaarde dat de werknemer kiest voor de forfaitaire beroepskosten. Verder merken we nog op dat, op sociaal vlak, de RSZ niet aanvaardt dat een ‘stapvergoeding’ kan worden vrijgesteld van bijdragen.

Wilt u meer lezen?Lees dan het volledige artikel op SocialEye, de betrouwbare databank voor uw hr-beleid

Legalworld
Legalworld Newsletter
Ontvang net als 7.500 andere experts maandelijks het meest recente nieuws en krachtige inzichten uit de juridische sector.
Back To Top