De federale regering maakt een maandelijkse terugstorting van btw-krediet mogelijk voor ondernemingen die investeringen moeten doen om aan een door de overheid opgelegde openbare dienstverplichting te voldoen. De maatregel moet cashflow-problemen voorkomen voor ondernemingen die kunnen ontstaan als gevolg van de aan hun leveranciers te betalen btw in het kader van openbare dienstverplichtingen.
Algemeen geldt dat een onderneming pas een teruggave van btw-tegoed kan aanvragen bij de fiscus aan het einde van een trimester. Dat geldt ook als er maandelijks een btw-aangifte wordt ingediend in plaats van per kwartaal. Maandindieners kunnen wel een bijzonder regime aanvragen om hun btw-krediet maandelijks terug te krijgen. Een basisvoorwaarde voor dit bijzondere regime is dat minstens 30% van de totale omzet vrijgesteld is van btw. Voortaan kunnen ook ondernemingen maandelijkse teruggave vragen als ze kunnen aantonen dat het maandelijkse teruggevraagde btw-krediet voor ten minste 30% zijn oorsprong vindt in de aankopen van goederen en diensten om openbare dienstverplichtingen uit te voeren.
Een bekend geval is de situatie van de nv ELIA (transmissienetbeheerder) die, uit hoofde van haar openbare dienstverplichting, groenestroomcertificaten verwerft die offshore-windmolenparken uitgeven in het kader van de overheidsfinanciering van de productie van hernieuwbare energie op zee door deze parken. Zelfs als in rekening wordt gebracht dat ze het recht op aftrek kunnen laten gelden, is de openbare dienstverplichting niettemin belastend voor de cashflow, ingevolge de teruggaaftermijnen van het btw-krediet. De onderneming kan immers slechts op kwartaalbasis (in hun kwartaalaangifte of in de maandaangifte met betrekking tot de laatste maand van elk kalenderkwartaal) om deze teruggave verzoeken, waarbij de terugstorting dan plaatsvindt binnen twee of drie maanden na het verzoek.
Dit tijdsverloop tussen de betaling van de belasting aan de leveranciers en het tijdstip waarop deze belasting daadwerkelijk door deze belastingplichtigen wordt gerecupereerd, kan een financiële belemmering vormen voor de uitoefening van hun activiteit en dus voor de uitoefening van hun openbare dienstverplichtingen. Voortaan kan in dergelijk geval ook een maandelijkse btw-teruggave worden aangevraagd. Dit besluit is van toepassing op de verzoeken tot teruggave met betrekking tot een aangifteperiode die ten vroegste aanvangt op 1 januari 2022.