De Omgevingswet treedt vooralsnog per 1 januari 2022 in werking. Daarom spraken wij met Ronald Olivier over deze wet. We vroegen hem naar zijn visie op de nieuwe Omgevingswet, de veranderingen in de nieuwe wetgeving en zijn werk als auteur voor Wolters Kluwer.

Maak je je zorgen over de nieuwe Omgevingswet?
“Een punt van kritiek op de nieuwe wetgeving is dat de kennis die je hebt opgebouwd over dit rechtsgebied helemaal wegvalt. Het risico bestaat dat een grote groep professionals door tijdgebrek niet de ruimte heeft om het kennisniveau op peil te brengen. Het kost in ieder geval veel tijd. Iets nieuws leren is niet erg, maar het is nu wel heel veel nieuwe kennis die je moet opdoen. Zeker voor kleinere overheden is dat een grote uitdaging. Nieuwe wetgeving leidt tot onzekerheid en dat is vragen om brokken. De ervaring mist straks bij de juridische professional. Omdat we over bepaalde stukken van de Omgevingswet nog vragen hebben, moet je een disclaimer inbouwen als je adviseert. Dat is voor bedrijven vervelend, want zij willen vertrouwen op het advies dat zij krijgen.”
Je geeft aan dat er onzekerheid bestaat over bepaalde stukken van de Omgevingswet. Waar doel je op?
“Wat opvalt is dat de wetgever doet alsof er niet zo heel veel verandert in de nieuwe Omgevingswet. Maar als ik naar de wetsartikelen over ongewone voorvallen kijk dan zie ik toch een aantal subtiele verschillen. Er worden andere termen gebruikt dan in de huidige wetgeving en dat kan betekenen dat er zaken gaan veranderen. Het is de vraag hoe je met deze veranderingen om moet gaan en wat deze verschillen in de praktijk zullen betekenen. Deze vragen zullen dan waarschijnlijk moeten worden beantwoord door de rechter.
Als je de nieuwe Omgevingswet met de huidige wetgeving vergelijkt, dan gaat het om nuanceverschillen: ongewone voorvallen moeten nu ‘zo spoedig mogelijk’ worden gemeld en dat wordt straks ‘onverwijld melden’. Als het gaat om de meldingsplicht lijkt er ook iets te gaan veranderen. Nu moet je een melding doen als het voorval gevolgen kan hebben voor het milieu. In de Omgevingswet worden dat: ‘gevolgen voor de fysieke leefomgeving’. Dat is een veel ruimer begrip, daar vallen ook veel bouwwerken en de infrastructuur onder. Ook wordt het begrip ‘inrichting’ verlaten en komt daar de ‘milieubelastende activiteit’ voor in de plaats. Een bedrijf legt die begrippen wellicht anders uit dan de overheid. Het is voer voor discussie en ik vraag me af of die veranderingen echt nodig zijn. Als een Omgevingsdienst straks stelt dat het melden na vijf minuten niet onverwijld is, dan worden er nieuwe vraagstukken geïntroduceerd. Het zijn onderwerpen waarbij het relatief lang gaat duren voordat we er duidelijkheid over krijgen.”