wederopbouwreserve
Fiscaliteit & Accounting16 augustus, 2022

Wederopbouwreserve in de vennootschapsbelasting

Het doel van een wederopbouwreserve is om vennootschappen aan te moedigen hun solvabiliteit geleidelijk terug te herstellen, door de toekomstige winsten van aanslagjaren 2022, 2023 of 2024 fiscaal gunstig te behouden in de onderneming door deze vrij te stellen. En dit om zo snel mogelijk terug over een gelijkwaardig eigen vermogen te beschikken zoals het eigen vermogen van vóór het COVID-19 tijdperk.

Bedrag

  • Het maximale bedrag van een wederopbouwreserve is het bedrijfsverlies van het boekjaar op de afsluitdatum van het boekjaar in 2020, inclusief de reeds belaste bedragen van de wederopbouwreserve (met als absoluut maximum 20 miljoen EUR.
  • Met andere woorden, een onderneming waarvan het bedrijfsresultaat van het boekjaar afgesloten in 2020 niet in verlies is, kan niet genieten van de regeling.
  • Voor het begrip bedrijfsverlies wordt verwezen naar rubriek III van het volledig schema van de jaarrekening en rubriek II van het verkort schema van de jaarrekening
  • Voor vennootschappen die hun boekjaar afsluiten tussen 1 januari 2020 en 31 juli 2020 is er de mogelijkheid om de wederopbpouwreserve te bepalen aan de hand van het bedrijfsverlies voor het boekjaar dat afsluit in 2021 (met een absoluut maximum van 20 mio EUR).
  • Voor elk belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling evenwel beperkt tot het bedrag van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de wederopbouwreserve.

Uitgesloten vennootschappen

Volgende vennootschappen kunnen nooit een wederopbouwreserve aanleggen:

  • de vennootschappen die, in de periode van 12 maart 2020 tot en met de dag van de indiening van de aangifte die verbonden is aan het aanslagjaar waarin de wederopbouwreserve wordt aangelegd:
    • een kapitaalvermindering; of
    • een inkoop van eigen aandelen; of
    • dividenden uitkeren of toekennen; of
    • elke andere vermindering of verdeling van het eigen vermogen hebben verricht.
  • gereglementeerde beleggingsvennootschappen, coöperatieve participatievennootschappen en zeescheepvaartvennootschappen die tonnage-regime toepassen.

Belastbaarheid

Een wederopbouwreserve wordt alleen vrijgesteld in zoverre:

1) de vennootschap, te rekenen vanaf 12 maart 2020 tot de laatste dag van de het belastbaar tijdperk waarin de wederopbouwreserve wordt genoten :

  • géén rechtstreekse deelneming in een vennootschap gevestigd in een Staat die is opgenomen in één van de lijsten bedoeld in artikel 307, § 1/2, of in een staat die is opgenomen in de lijst bedoeld in artikel 179, KB/WIB 92; ofwel
  • géén betalingen heeft gedaan aan dergelijke vennootschappen voor een totaalbedrag van ten minste 100.000 EUR voor het belastbare tijdperk, tenzij is aangetoond dat deze betalingen zijn verricht in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen als gevolg van rechtmatige financiële of economische behoeften.

2) Zij op één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief geboekt is en blijft of tot grondslag dient voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of tot enige beloning of toekenning (“onaantastbaarheidsvoorwaarde”). Er dient met andere woorden een belastingvrije reserve te worden aangelegd, die dus belastbaar wordt (uiterlijk) bij het sluiten van de vereffening.

Vanuit een boekhoudkundig oogpunt dient de wederopbouwreserve geboekt te worden op een aparte rekening binnen de categorie belastingvrije reserves op de balans.
Daarnaast worden de bedragen die aangelegd werden als wederopbouwreserve, geheel of gedeeltelijk aangemerkt als winst van latere belastbare tijdperken indien de vennootschap in dat belastbare tijdperk:

  1. een inkoop van eigen aandelen verricht, ten belope van de waarde van de inkoop; of
  2. een dividend toekent of uitkeert, ten belope van het uitgekeerde inkoop van eigen aandelen verricht, ten belope van het bedrag van het dividend; of
  3. een kapitaalvermindering of elke andere vermindering of verdeling van het eigen vermogen verricht, ten belope van het bedrag van de kapitaalvermindering of verdeling;
  4. in haar resultatenrekening onder de post " 620 Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen" een bedrag opneemt onder een drempel van 85% van het bedrag dat voor deze post is vastgesteld op de afsluitdatum van het boekjaar dat is geëindigd in 2019 indien voor het eerst tijdens het belastbare tijdperk aan deze voorwaarde wordt voldaan, of onder dezelfde post een bedrag opneemt onder de drempel die voorheen de laagste was indien aan dezelfde voorwaarde is voldaan in een vorig belastbaar tijdperk, ten belope van het verschil tussen:
  • enerzijds het bedrag van de eerder genoemde drempel van 85% respectievelijk het bedrag van de voorheen laagste drempel, en
  • anderzijds het bovengenoemde bedrag van de post “620 Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen" voor het belastbare tijdperk dat respectievelijk onder de bovengenoemde drempel van 85% ligt, of dat onder de voorheen laagste drempel ligt

De belastbaarheid van een wederopbouwreserve is uiteraard steeds beperkt tot het bedrag van de vrijgestelde wederopbouwreserve zoals op de balans vermeld. Bijvoorbeeld wanneer het belastbaar bedrag van de dividendtoekenning of -uitkering, inkoop eigen aandelen, kapitaalvermindering, andere eigen vermogensverdeling, of het bezoldigingstekort groter zou zijn dan het bedrag van de vrijgestelde wederopbouwreserve.

Bron monKEY - de meest gespecialiseerde databank voor tax, finance & accountancy professionals.

Ontdek monKEY
Back To Top