BTW aangifte
Fiscaliteit & Accounting16 november, 2022

VerzamelKB past verschillende BTW-KB’s aan

Naar aanleiding van recente wetswijzigingen voor BTW moeten ook de uitvoeringsbepalingen, vervat in diverse KB’s, worden aangepast. De wijzigingen hebben betrekking op zowel procedurele als inhoudelijke aspecten.

Er wordt onder andere ingezet op verdere digitalisering, de factuurvermeldingen bij verlegging van heffing zijn nu duidelijk, en de modaliteiten van de keuzeprocedure of de verplichting voor aftrek volgens werkelijk gebruik zijn bekend. Daarnaast zijn er enkele specifieke wijzigingen en technische aanpassingen.

Digitalisering van uitwisseling met BTW-administratie

Voor een aantal handelingen inzake BTW is al elektronische indiening voorzien (aangiften van aanvang (formulier E-604A), van wijziging (formulier E-604B) en van stopzetting van de activiteit (formulier E-604C)).
Daarnaast gelden ook een hele reeks informatieverplichtingen die ervoor moeten zorgen dat de BTW-administratie kennis heeft van wijzigingen inzake belastingregeling, hoedanigheid of nog de uitoefening van een eventuele keuze. De betrokken belastingplichtigen moeten deze wijzigingen meestal meedelen aan de afdeling beheer van het Centrum waaronder zij ressorteren, via een gewone brief of, meestal, door middel van een aangetekende zending.

Elektronische communicatie vanaf 2025

Vanaf 2025 moet de belastingplichtige echter elektronisch communiceren via een beveiligd elektronisch platform, en niet meer op papier. Alleen belastingplichtigen die zich materieel niet kunnen identificeren op het beveiligde platform, mogen nog op andere wijze communiceren met de BTW-administratie.
Bijgevolg wordt in verschillende KB’s de verplichte kennisgeving van deze gegevens per gewone zending of via aangetekende brief vervangen door een verplichte kennisgeving via elektronische aangiften (E-604A, E-604B of E-604C).

Verlegging van heffing inzake werk in onroerende staat voor periodieke indieners BTW-aangifte

KB nr. 1 bevestigt voortaan het principe van de verlegging van heffing voor elke belastingplichtige (met inbegrip van de buiten België gevestigde belastingplichtigen, al dan niet met een verantwoordelijke vertegenwoordiger) die periodieke btw-aangiften indient, en als medecontractant een beroep doet op werk in onroerende staat door een in België gevestigde aannemer. De afnemer die geen periodieke btw-aangiften hoeft in te dienen, moet zijn dienstverrichter ervan in kennis te stellen dat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van deze verleggingsregeling.
 

Forfaitaire regeling voor kleine caféhouders

Er wordt een specifieke categorie voorzien voor de forfaitaire regeling voor caféhouders, door een aparte categorie van "kleine caféhouders".

Keuzeprocedure of verplicht gebruik BTW-aftrek volgens werkelijk gebruik

De wettelijke bepalingen voor de keuzeprocedure en de procedure voor de aftrekregeling volgens het werkelijk gebruik zijn recent gewijzigd.
Het wijzigingsKB voorziet nu op zijn beurt aanpassingen voor het BTW-KB nr. 3, wat de vorm van de kennisgeving betreft, de termijn voor de kennisgeving en de procedure volgens dewelke de belastingplichtige kan worden verplicht om het recht op aftrek uit te oefenen op basis van het werkelijk gebruik.
Volgens een nieuwe geautomatiseerde procedure moet een elektronische kennisgeving gebeuren van de keuze om de aftrek toe te passen volgens het beginsel van het werkelijk gebruik. In tegenstelling tot de huidige procedure zal deze eenvoudige voorafgaande kennisgeving voor de belastingplichtige volstaan om het principe van aftrek volgens het werkelijk gebruik toe te passen vanaf de eerste dag van de aangifteperiode gedurende dewelke de kennisgeving werd gedaan, zonder dat hij dus een toelating van de administratie moet afwachten. Het is slechts wanneer de BTW-administratie van mening is dat de kennisgeving in strijd is met het neutraliteitsbeginsel inzake btw (ingeval een onredelijk voordeel wordt toegekend), dat de keuze mag worden geweigerd.
De belastingplichtige moet bepaalde gegevens meedelen over de uitoefening van het recht op aftrek volgens het werkelijke gebruik van de goederen en diensten. Deze elementen moeten worden meegedeeld bij de indiening van de periodieke btw-aangifte voor het eerste kwartaal of één van de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar.
 

Onttrekking van voedingsmiddelen: langere termijn

Wanneer voedingsmiddelen worden weggeschonken, betreft dit voor de BTW een niet-onttrekking, waarbij er geen correctie is van het recht op aftrek.
Eén van de voorwaarden is dat de uiterste houdbaarheidsdatum van het voedingsmiddel wordt vastgelegd op uiterlijk vijf dagen na de datum van onttrekking van het goed. Die termijn blijkt in de praktijk te kort, en wordt verlengd tot vijftien dagen.
 dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de publicatie van het besluit in het Belgisch Staatsblad), met uitzondering van:eInwerkingtreding: 1 december 2022 (1
  •  de bepalingen voor de regeling van de verlegging van heffing inzake werk in onroerende staat voor belastingplichtigen gehouden tot de indiening van een periodieke btw-aangifte (1 januari 2023) en
  • de bepalingen voor het recht op aftrek van de belasting volgens het werkelijk gebruik van de goederen en diensten of een deel ervan (1 januari 2023)
Bron: taxTODAY Nieuwsberichten op monKEY - de meest gespecialiseerde databank voor tax, finance & accountancy professionals.
 → Ontdek MonKEY
Back To Top