Legal17 november, 2021

Luiks hof van assisen bestraft online bedreigingen

Dirk Voorhoof, De Juristenkrant 2021, afl. 437, 6-7

Op 13 oktober heeft het hof van assisen in Luik een man veroordeeld voor het mondeling en via sociale media bedreigen van vrouwen en feministen in het bijzonder. De jury vond de man schuldig aan het bedreigen met een aanslag op personen, maar vond niet dat hij daarmee had aangezet tot haat of geweld tegen vrouwen. De man, die ook een tijdlang in voorlopige hechtenis verbleef, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met probatie-uitstel voor een periode van twee jaar, gekoppeld aan een reeks voorwaarden.

Het arrest maakt duidelijk dat justitie in staat is tot het beteugelen van bedreigingen van vrouwen en feministen via sociale media.

Lees deze bijdrage rechtstreeks in Jura →

 

Het is de eerste keer dat een assisenhof, in toepassing van artikel 150 van de Grondwet dat drukpersmisdrijven toewijst aan de jury, het strafbaar karakter beoordeelt van online bedreigingen en het aanzetten tot haat of geweld tegen vrouwen. Tot nu toe werden bedreigingen of het aanzetten tot haat, geweld of discriminatie geuit via teksten op internet of verspreid via sociale media niet doorverwezen naar het hof van assisen. In de praktijk kwam dat neer op een feitelijke depenalisering van drukpersmisdrijven die aanzetten tot haat, geweld of discriminatie op basis van geslacht, seksuele geaardheid, politieke overtuiging of geloof (zie ook De Juristenkrant nr. 420, 4-5). [...]

‘feministische plaag’

De beschuldigde in deze zaak, een man van 34, werd vervolgd voor drie verschillende misdrijven. Ten eerste, in toepassing van artikel 327, lid 1 Sw, voor het mondeling bedreigen van vrouwen die kritiek hadden geuit op een Facebookbericht dat de man had gepost. Hij dreigde namelijk met een aanslag tegen die vrouwen, verwijzend naar Elliot Rodger, die in 2014 in Isla Vista in California, gedreven door vrouwenhaat, zes mensen vermoordde en veertien anderen verwondde. Het tweede misdrijf waarvoor de man verwezen werd naar het assisenhof was het posten van een videoboodschap op Facebook waarin hij in woord en beeld bedreigingen uitte en daarmee zou aanzetten tot haat en geweld tegen vrouwen, in toepassing van artikel 27, 4° van de genderwet van 10 mei 2007. [...]. Ten derde werd de man er ook van beschuldigd via berichten op Twitter vrouwen en feministen te hebben bedreigd met een aanslag, uitingen die strafbaar zijn volgens artikel 327, lid 2 Sw. Hij dreigde ermee wraak te nemen tegen vrouwen en feministen die verantwoordelijk waren voor zijn seksuele en affectieve problemen. Hoewel uitsluitend de derde incriminatie de kwalificatie drukpersmisdrijf verdiende volgens de Luikse KI, werden wegens de samenhang ook de twee andere ten laste gelegde misdrijven naar het hof van assisen verwezen.

Geen aanzet tot haat

De jury komt tot het oordeel dat de beschuldigde zowel mondeling als via een aantal teksten op sociale media bedreigingen heeft geuit tegen feministen en vrouwen. De jury heeft het over teksten op Facebook terwijl het openbaar ministerie en het arrest van de KI van 1 april 2021 verwijzen naar teksten op Twitter. De jury vindt dat die bedreigingen met een aanslag tegen personen een inbreuk zijn op artikel 327, lid 1 en lid 2 Sw, aangezien de gewraakte bewoordingen ‘constituent une menace claire d’un attentat punissable d’une peine criminelle à l’égard notamment des féministes et de la majorité des femmes. Maar de jury vindt niet dat de videoboodschap op Facebook waarmee de beschuldigde vrouwen en feministen bedreigde beschouwd kan worden als het aanzetten tot haat of geweld tegen vrouwen zoals strafbaar gesteld in artikel 27, 4° genderwet .[...]

Pertinente interpretatie

Opmerkelijk is dat de assisenjury oordeelde dat de gewraakte videoboodschap op Facebook inhoudelijk niet beschouwd kan worden als een aanzetten tot haat of geweld tegen vrouwen. Het lijkt paradoxaal dat het assisenhof wel oordeelt dat het gaat om het effectief dreigen met een aanslag tegen vrouwen en feministen, op basis waarvan zelfs tot voorlopige hechtenis wordt overgegaan om potentiële slachtoffers en de maatschappij te beschermen, maar dat dit toch niet neerkomt op het aanzetten tot haat of geweld tegen (deze) vrouwen of feministen.

Toch is de interpretatie van de jury pertinent: de strafwet moet immers eng geïnterpreteerd worden en de gewraakte dreigementen kunnen niet beschouwd worden als het aanzetten (van anderen) tot het plegen van aanslagen: de man dreigde immers zelf de aanslagen te plegen. Anderzijds bevatte de gewraakte videoboodschap op Facebook zoveel uitingen van haat tegen vrouwen en feministen in het bijzonder, dat de videoboodschap in zijn geheel wel beschouwd kon worden als het aanzetten tot haat of geweld tegen een groep vrouwen. [...]

Seksisme en online haatmisdrijven

Het arrest van het Luikse hof van assisen maakt duidelijk dat justitie in staat is tot het beteugelen van het via sociale media bedreigen van vrouwen en feministen, zij het in dit geval niet op basis van de specifieke strafbepalingen uit de genderwet of op basis van de seksismewet van 22 mei 2014, maar op basis van het generieke verbod op het bedreigen met een aanslag tegen personen zoals bepaald in artikel 327 Sw. Ondertussen blijven in de praktijk evenwel online haatmisdrijven, seksisme en intimidatie, uitgedrukt in teksten, onbestraft in België, omwille van de kwalificatie als drukpersmisdrijf en de exclusieve bevoegdheid van de assisenjury. Nochtans worden vrouwen vaak online bestookt met allerlei seksistische haatboodschappen, als een vorm van ‘cyber harassment’ (zie de Gender Equality Index 2021). Daarom is er dringende nood aan een effectief en meer assertief vervolgingsbeleid van justitie, met ook een aangepast kader voor de bestraffing of het opleggen van maatregelen die de daders van dit soort online haatmisdrijven doen afzien van hun strafbaar seksistisch, hatelijk, gewelddadig of discriminerend discours. Het arrest van het hof van assisen in Luik heeft alvast de verdienste die problematiek nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. Het moge evenwel duidelijk zijn dat procedures voor het hof van assisen geen duurzaam perspectief bieden op een effectieve rechtsbescherming voor de slachtoffers van dit soort online haatmisdrijven.

Auteur

Dirk Voorhoof

Legalworld

Legalworld Newsletter

Ontvang net als 7.500 andere experts maandelijks het meest recente nieuws en krachtige inzichten uit de juridische sector.
Back To Top