Cilia Mathieu, “Vereiste van actueel belang voor Raad van State. Arrest van het Grondwettelijk Hof als nieuw puzzelstukje”, NjW 2021, afl. 451, 798-812.
Belangenvereiste Raad van State
Analyse van het arrest van 9 juli 2020 van het grondwettelijk hof
Op 9 juli 2020 sprak het Grondwettelijk Hof zich bij arrest nr. 105/2020 nogmaals uit over de vereiste van actueel belang die geldt voor de beroepen tot nietigverklaring bij de Raad van State. Dit arrest vormt een nieuw puzzelstuk in een reeks van arresten die de voorgaande jaren over dit onderwerp gewezen zijn en dit zowel door het Grondwettelijk Hof als de Raad van State en het EHRM. Deze bijdrage gaat eerst in op deze reeds eerder gewezen arresten om vervolgens het arrest nr. 105/2020 onder de loep te nemen.
1. Recente evoluties van de vereiste van actueel belang in een notendop
De voorbije jaren zijn er verschillende arresten gewezen die van belang waren voor de evolutie van de vereiste van actueel belang voor het instellen van een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State. Zowel het Grondwettelijk Hof, de Raad van State als het EHRM hebben hun puzzelstukje bijgebracht in dit debat.
Zo was het Arbitragehof reeds in 1999 en 2004 van oordeel dat de automatische onontvankelijkheid van het annulatieberoep ten gevolge van het verlies aan belang ongrondwettig was (arresten nr. 117/99 en 13/2004).
In het kader van de invoering van de schadevergoeding tot herstel uit artikel 11bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State versoepelde de Raad van State finaal zijn rechtspraak enigszins. Na het strenge arrest Stevens (nr. 231.330), oordeelde de Raad in 2018 dat het verlies van het belang bij de nietigverklaring dan toch niet het automatisch verlies aan belang bij de vordering tot schadevergoeding tot herstel betekende (arresten Lenglez en gemeente Sint-Gillis (AV), nrs. 241.865 en 241.866).
Ook het EHRM boog zich over de kwestie en was in het arrest Vermeulen t. België van 17 juli 2018 van oordeel dat de toen geldende rechtspraak van de Raad van State met betrekking tot de vereiste van actueel belang het recht op toegang tot de rechter schond.
De Algemene Vergadering Raad van State sprak zich ten slotte in 2019 nog tweemaal uit over de vereiste van actueel belang. De Raad bevestigde zijn rechtspraak uit 2018 en verduidelijkte en verscherpte de voorwaarden waaronder de middelen ten gronde nog steeds onderzocht worden in het kader van een schadevergoeding tot herstel, ook al heeft de verzoeker zijn belang bij de nietigverklaring verloren (arresten Van Dooren en Moors, nrs. 243.406 en 244.015).
2. Arrest nr. 105/2020 van het Grondwettelijk Hof van 9 juli 2020: nieuw puzzelstukje
In het arrest nr. 105/2020 bevestigde het Hof zijn vroegere rechtspraak, namelijk dat de automatische onontvankelijkheid van het annulatieberoep ten gevolge van het verlies aan belang ongrondwettig was. Het Hof verduidelijkt echter dat het feit dat in het kader van de schadevergoeding tot herstel de middelen onder bepaalde voorwaarden wel nog ten gronde beoordeeld kunnen worden, hier niets aan verandert.
De bijdrage gaat vervolgens dieper in op enkele aandachtspunten en openstaande vragen uit dit arrest.
Jura abonnee?
Lees deze bijdrage rechtstreeks in Jura