De flexibiliteit van de oproepovereenkomst is met de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) op 1 januari 2020 flink afgenomen. Naast de verplichting om de oproepkracht ten minste vier dagen van tevoren op te roepen, is de werkgever verplicht om werknemers met een oproepovereenkomst na één jaar een vaste urenomvang aan te bieden. De urenomvang die minimaal aangeboden moet worden, is het aantal uren dat de werknemer gedurende de laatste 12 maanden gemiddeld per week heeft gewerkt. De werknemer kan dit aanbod wel weigeren, waardoor de oproepovereenkomst op dezelfde voet door kan gaan.
Afgelopen jaar is er regelmatig geprocedeerd over de uitleg van de oproepovereenkomst. In dit artikel wordt een recente uitspraak over een oproepovereenkomst beschreven. Dit voorbeeld geeft inzicht in de manier waarop de oproepovereenkomst doorwerkt in de huidige ketenregeling. Tevens vind je een overzicht van alle uitspraken vanaf de inwerkingtreding van de WAB.
Geen vierde arbeidsovereenkomst door aanpassing arbeidsomvang oproepkracht (ECLI:NL:RBAMS:2020:5420)
Werknemer is bij NOB in dienst getreden op basis van een oproepovereenkomst. De eerste arbeidsovereenkomst was voor de duur van 3 maanden, waarbij een minimaal en maximaal aantal uren per jaar is overeengekomen. Werknemer kon zijn beschikbare uren twee weken tevoren opgeven en via een rooster werd hij vervolgens door NOB ingedeeld op de te door hem te werken uren, welk rooster tot 48 uur van tevoren kon worden gewijzigd. De arbeidsovereenkomst is meerdere keren aansluitend voortgezet. NOB heeft per brief van 28 januari 2020 werknemer geïnformeerd over de inwerkingtreding van de WAB en wat dat betekent voor oproepkrachten. Op 21 april 2020 heeft NOB werknemer bericht dat de oproepovereenkomst voor bepaalde tijd met ingang van 1 januari 2020 wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die van rechtswege op 31 juli 2020 eindigt. Op 22 juni 2020 heeft NOB werknemer bericht dat zijn arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd en per 31 juli 2020 van rechtswege eindigt. Werknemer start een procedure en stelt dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
De kantonrechter stelt voorop dat een oproepovereenkomst ook een arbeidsovereenkomst is, waarin slechts tussen partijen ten aanzien van het verrichten van werkzaamheden en de beschikbaarheid een aantal bijzondere afspraken zijn overeengekomen. Maar ook een oproepovereenkomst kan voor bepaalde of voor onbepaalde tijd worden afgesloten. Anders dan door werknemer betoogd, wordt geoordeeld dat er op 21 april 2020 geen vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussen partijen is gesloten. Het is een wijziging geweest van de lopende oproepovereenkomst voor bepaalde tijd in een arbeidsovereenkomst met een vast aantal uren, voor de resterende bepaalde tijd van de eerdere oproepovereenkomst. Werknemer wist door de brief van 28 januari 2020 dat de WAB meebracht dat NOB de oproepovereenkomsten, als de oproepkracht dat tenminste zelf wenste, zou omzetten in een arbeidsovereenkomst met een vast aantal uren. Werknemer heeft daarvoor gekozen. Dat die omzetting gepaard gaat met het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst is nergens bepaald. Er is steeds meegedeeld dat het om een omzetting ging voor de resterende duur van de oproepovereenkomst. Werknemer heeft er dan ook niet op mogen vertrouwen dat hem een nieuwe vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd werd aangeboden.
Jurisprudentie 2020 tot op heden inzake oproepovereenkomst
- ECLI:NL:RBROT:2020:11488 Rechtbank Rotterdam, 09-12-2020, 8861907 \ VV EXPL 20-457, Kort geding. Loonvordering. Artikel 7:628a BW.
- ECLI:NL:GHSHE:2020:1442 Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 28-04-2020, 200.241.972_01, Loonvordering na staken werkzaamheden (art. 7:627 en 7:628 BW).
- ECLI:NL:GHSHE:2020:1209 Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 07-04-2020, 200.237.413_01
Vordering tot doorbetaling van loon, nadat de werkgever de loonbetalingen heeft gestaakt en de werknemer niet meer heeft opgeroepen voor werkzaamheden. Het hof verwerpt het verweer van de werkgever dat de werknemer de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Het hof acht de vordering tot doorbetaling van loon dus toewijsbaar. Het hof verklaart de werkgever niet-ontvankelijk in het door hem pas bij memorie van antwoord in hoger beroep ingediende voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
- ECLI:NL:RBGEL:2020:2388 Rechtbank Gelderland, 29-04-2020, 8431242
In een kort geding (de mondelinge behandeling is vanwege de Corona maatregelen telefonisch gehouden) is voldoende aannemelijk gemaakt dat partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zijn overeengekomen.
- ECLI:NL:RBOBR:2020:3707 Rechtbank Oost-Brabant, 27-07-2020, 8531197
loondoorbetaling bij ziekte in geval van oproepovereenkomst; referteperiode - ECLI:NL:RBAMS:2020:5671 Rechtbank Amsterdam, 20-11-2020, KK 20-644
Aanzegging einde aovk voor bepaalde tijd te laat. Wn heeft doorgewerkt. Aovk is daardoor verlengd. Aanzegging is niet te kwalificeren als tussentijdse opzegging in dit geval. Oproepovereenkomst. Rechtsvermoeden 7:610b BW. Toepasselijkheid 7:628a BW?
Sinds de inwerkingtreding van de WAB in 2020 is er geregeld geprocedeerd over de oproepovereenkomst. Wil je op de hoogte zijn van de meest recente jurisprudentie? Neem dan eens een kijkje in InView. Heb je nog geen toegang tot InView, maar wil je het wel graag proberen? Vul dan dit formulier in.