Legal Alert
Legal21 maart, 2023

Rechtsbescherming van burgers, in het bijzonder jeugdbewegingen, tegen onwettige besluiten genomen door de Burgemeester

Erik DE BOCK en Naomi BLOMME, “Bescherming burgers tegen onwettige besluiten burgemeester. Artikel 133 juncto artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet”, NjW 2023, afl. 478, 194-205.

Inspiratie voor deze bijdrage vonden de auteurs in het dagelijkse leven. U herinnert zich ongetwijfeld de heisa van afgelopen zomer rond een Antwerpse Scoutsgroep die op bevel van de Burgemeester haar kampeerterrein in La Roche-en-Ardenne binnen vierentwintig uur moest verlaten.

Deze bijdrage zoomt dan ook in op de toepassing van artikel 133 juncto art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet, de juridische basis waarop de Burgemeester zich baseerde. De vraag rijst over welke bevoegdheden een Burgemeester precies beschikt om de openbare orde op het territorium van zijn gemeente te handhaven. Eerst onderzoeken de auteurs welk niveau bevoegd is in het Federale België voor de bestuurlijke politie. Na enkele algemene principes te hebben aangeraakt, rijst de vraag naar de draagwijdte van art. 133 N.Gem.W. Welke maatregelen kan een Burgemeester concreet nemen.

Lees deze bijdrage rechtstreeks in Jura →

Vervolgens wordt de vraag naar de rechtsbescherming voor de burgers, en in het bijzonder jeugdbewegingen, die hun activiteit zien stilgelegd worden door een besluit van de Burgemeester ter handhaving van de openbare orde in de gemeente besproken.

Bevoegdheidsverdeling

Het onderzoek leert dat de bestuurlijke politie een fragmentarische bevoegdheid betreft. Zowel het federale, het gewestelijk, het gemeenschapsniveau, het provinciaal en zelfs het gmeentelijk niveau kunnen maatregelen uitvaardigen die de handhaving van de openbare orde beogen.

Toepassingsgebied

De auteurs stellen vast dat de burgemeester een ruime bevoegdheid toegekend kreeg wanneer hij toepassing wenst te maken van art. 133 juncto art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet. De genomen maatregel moet kaderen binnen de materiële openbare orde. Wel zij opgemerkt dat de genomen maatregel geen bijkomend bestraffend karakter mag hebben. Het optreden van de burgemeester heeft immers een preventief karakter.

Rechtsbescherming

Een burger die zich geconfronteerd ziet met een voor hem nadelig besluit van de burgemeester dat zijn activiteit verbiedt, kan zich op drie manieren voorzien tegen een vermeend onwettig besluit:

  • Op de eerste plaats blijkt de mogelijkheid open te staan om een klacht in te dienen bij de toezichthoudende overheid. Deze kan, wanneer de klacht gegrond voor komt, het betrokken besluit vernietigen. 
  • Op de tweede plaats kan de burger zich in kort geding of ten gronde voor de burgerllijke rechter voorzien tegen een onwettig besluit van de burgemeester. Hij zal in voorkomend geval de onwettigheid moeten aantonen en zal zich in voorkomend geval kunnen baseren op art. 159 G.G.W. (exceptie van onwettigheid) om het bestreden besluit onwettig te horen verklaren.
  • Een schorsings-en annulatieberoep bij de Raad van State.

De auteurs komen tot het besluit dat een schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid de meest efficiënte manier is om snel rechtsherstel te bekomen tegen een onwettig besluit van de burgemeester waarbij hij een activiteit verbiedt wegens strijdigheid met de openbare orde. Deze procedure verloopt snel en zorgt ervoor dat het bestreden besluit niet langer uitvoerbaar is.

Aandachtspunten

De auteurs geven vervolgens enkele concrete aandachtspunten mee waaraan een besluit van de Burgemeester genomen op grond van art. 133 juncto art. 135 N.Gem.W. best voldoet. De Burgemeester moet bij het nemen van zijn besluit rekening houden met:

  • De motiveringsplicht
  • Het verbod op machtsoverschrijding
  • De beginselen van behoorlijk bestuur zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, de hoorplicht en het redelijkheidsbeginsel
  • Een kennisgeving van zijn beslissing op passende wijze is daarbij zeker geen overbodige luxe.

Tot slot blijkt dat eeen goed bijgehouden administratief dossier dat tijdens een procedure kan worden neergelegd absoluut noodzakelijk is en gepast voorkomt binnen de toepassing van het zorgvuldigheidsbeginsel als beginsel van behoorlijk bestuur. In de casus die ten grondslag ligt aan deze bijdrage blijkt alvast dat de Burgemeester het niet al te nauw nam met de hoorplicht en het redelijkheidsbeginsel. Het gevolg liet zich raden: zijn besluit werd, , terecht geschorst door de Raad van State.

Besluit

Bij het nemen van besluiten krachtens art. 133 juncto art. 135 N.Gem.W., waarbij de Burgmeester zijn politiebevoegdheid uitoefent, moet rekening gehouden worden met enkele belangrijke aandachtspunten. Daarnaast mag het belang van een goed administratief dossier niet onderschat worden zoals toegelicht in de bijdrage.

Auteurs
Legalworld

Legalworld Newsletter

Ontvang net als 7.500 andere experts maandelijks het meest recente nieuws en krachtige inzichten uit de juridische sector.
Zie ook de thema pagina Familierecht.
Back To Top