Een dwangsom binnenrijven klinkt eenvoudig: wie niet gehoorzaamt, betaalt de rekening. Zo simpel is het niet. Dwangsommen rollen niet vanzelf binnen. Daar steekt Cassatie een stokje voor.
Lees de volledige bijdrage door Liselotte Dupont op Jura.
De valkuilen
- Stap 1. Het vonnis correct betekenen. Dwangsommen lopen nooit vanzelf. Ook niet als het vonnis dat zegt. Wie de betekening vergeet, kan de rest ook vergeten.
- Stap 2. Op de klok kijken. Het vonnis blijft tien jaar uitvoerbaar. Maar elke afzonderlijke dwangsom verjaart al na zes maanden. Wie dus talmt, ziet zijn aanspraken dag per dag wegsmelten.
- Stap 3. Het plafond in de gaten houden. Werd een dwangsomplafond opgelegd, dan stopt daar de teller vanzelf. Er verbeuren geen nieuwe dwangsommen meer. Ook niet als de wel verbeurde dwangsommen uiteindelijk niet ingevorderd geraken. Eén fout kost gemakkelijk duizenden euro’s.
Het bevel tot betalen: alles of niets
Geen bevel tot betalen? Geen dwangsom. Het bevel is geen formaliteit, maar de sleutel voor succes of mislukking. Het bevel moet exact vermelden welke inbreuken de schuldenaar worden verweten én hoe de bedragen berekend worden. Alleen die inbreuken horen tot de saisine van de beslagrechter. Zijn ze niet bewezen, dan is het over and out. Nieuwe inbreuken later toevoegen? Dat kan niet. Het bevel werkt dus als een keiharde filter: wat er niet in staat, telt voor de beslagrechter niet meer mee.
En is het bevel te vaag, dan kan de schuldenaar beweren dat hij niet wist wat hem verweten werd. Dan verliest de schuldeiser niet alleen de invordering én het stuitend effect.