Legal28 oktober, 2025

Dwangsommen invorderen: gemakkelijker gezegd dan gedaan

Een dwangsom binnenrijven klinkt eenvoudig: wie niet gehoorzaamt, betaalt de rekening. Zo simpel is het niet. Dwangsommen rollen niet vanzelf binnen. Daar steekt Cassatie een stokje voor.

Lees de volledige bijdrage door Liselotte Dupont op Jura.

De valkuilen

  • Stap 1. Het vonnis correct betekenen. Dwangsommen lopen nooit vanzelf. Ook niet als het vonnis dat zegt. Wie de betekening vergeet, kan de rest ook vergeten. 
  • Stap 2. Op de klok kijken. Het vonnis blijft tien jaar uitvoerbaar. Maar elke afzonderlijke dwangsom verjaart al na zes maanden. Wie dus talmt, ziet zijn aanspraken dag per dag wegsmelten.
  • Stap 3. Het plafond in de gaten houden. Werd een dwangsomplafond opgelegd, dan stopt daar de teller vanzelf. Er verbeuren geen nieuwe dwangsommen meer. Ook niet als de wel verbeurde dwangsommen uiteindelijk niet ingevorderd geraken. Eén fout kost gemakkelijk duizenden euro’s.

Het bevel tot betalen: alles of niets

Geen bevel tot betalen? Geen dwangsom. Het bevel is geen formaliteit, maar de sleutel voor succes of mislukking.  Het bevel moet exact vermelden welke inbreuken de schuldenaar worden verweten én hoe de bedragen berekend worden. Alleen die inbreuken horen tot de saisine van de beslagrechter. Zijn ze niet bewezen, dan is het over and out. Nieuwe inbreuken later toevoegen? Dat kan niet. Het bevel werkt dus als een keiharde filter: wat er niet in staat, telt voor de beslagrechter niet meer mee.
En is het bevel te vaag, dan kan de schuldenaar beweren dat hij niet wist wat hem verweten werd. Dan verliest de schuldeiser niet alleen de invordering én het stuitend effect.

Dwangsommen zijn echt geen “low hanging fruit”. Het vergt snelheid, nauwkeurigheid en juridische discipline. Voor de schuldeiser betekent dat een koude douche. Voor de advocaat loert zelfs het spook van beroepsaansprakelijkheid om de hoek.
 
Liselotte Dupont

Het Cassatie-arrest van 3 januari 2025

In die zaak verbood de rechter aan de verweerder 5 gedragingen. De eiser verweet er 2 in het bevel tot betalen en voor de beslagrechter sleurde de eiser er nog 3 inbreuken bij. Die 3 inbreuken, daarover moest de beslagrechter niet oordelen, ze stonden niet in het bevel tot betalen. En de 2 die er wel instonden, weerhield de beslagrechter niet. Dus geen dwangsommen verschuldigd.
Het Hof herhaalde verder dat de letterlijke schending van de dwangsomtitel niet volstaat om dwangsommen te kunnen invorderen: het moet vaststaan dat wat de schuldenaar deed tegen het doel en strekking van de dwangsomtitel inging. Stelt de beslagrechter vast dat wat de schuldenaar deed daar niet tegen inging, dan zijn geen dwangsommen verschuldigd. 

Moraal van het verhaal

Dwangsommen zijn echt geen “low hanging fruit”. Het vergt snelheid (wegens de zesmaandentermijn), nauwkeurigheid (om elk detail correct te vermelden) en juridische discipline (want een fout kan fataal zijn). Voor de schuldeiser betekent dat een koude douche. Voor de advocaat loert zelfs het spook van beroepsaansprakelijkheid om de hoek.

De boodschap van het Hof van Cassatie is duidelijk: dwangsommen zijn een doeltreffend instrument, maar alleen wie de regels tot in de puntjes respecteert, haalt er ook werkelijk voordeel uit. En de schuldenaar in dit alles? Hij verdient bescherming tegen de te inhalige schuldeiser.

Legalworld
Legalworld Newsletter
Ontvang net als 7.500 andere experts maandelijks het meest recente nieuws en krachtige inzichten uit de juridische sector.
Back To Top