Vanaf 1 januari 2021 wordt het geboorteverlof (vroeger ‘vaderschapsverlof’ genoemd) opgetrokken tot 15 dagen. Vanaf 1 januari 2023 wordt het verhoogd tot 20 dagen. De modaliteiten van deze afwezigheidsdagen blijven identiek.
Momenteel heeft de werknemer volgens de
wetgeving op de arbeidsovereenkomsten recht op tien dagen afwezigheid ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat. De vader (of, onder bepaalde voorwaarden, de meemoeder) kan tien dagen kiezen die binnen de vier maanden vanaf de dag van de bevalling moeten worden opgenomen.
Voor geboortes vanaf 1 januari 2021 wordt het aantal afwezigheidsdagen opgetrokken tot 15 en voor geboortes vanaf 1 januari 2023 stijgt dat aantal zelfs tot 20 dagen. Ook die extra dagen geboorteverlof kunnen naar keuze van de werknemer worden opgenomen binnen de vier maanden vanaf de dag van de bevalling.
Zoals voorheen behoudt de werknemer zijn loon tijdens de eerste drie afwezigheidsdagen. Voor de volgende dagen (voortaan dus ook voor de extra dagen geboorteverlof) ontvangt hij een uitkering in het kader van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Bron: 20 december 2020 - Programmawet,BS 30 december 2020, p.96068 (art. 63-64)
Extra informatie: Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 22 augustus 1978(art. 30)