U leest de samenvatting van 'Impact van verkiezingen op het lokaal bestuur. De periode vóór en na het stemhokje' door Stef Keunen en Marie DeCock. Lees voor meer details de volledige doctrinebijdrage in het Nieuw Juridisch Weekblad, op Jura.
Op 13 oktober 2024 vinden de lokale en provinciale verkiezingen plaats. Deze verkiezingen zorgen voor een nieuwe samenstelling van de gemeenteraad en (indirect) andere gemeentelijke bestuursorganen. Lokale besturen moeten rekening houden met deze datum en zijn gebonden aan een aantal regels en beperkingen voor en na de verkiezingen.
Voor de verkiezingen: wat mag (niet)?
In het jaar voorafgaand aan de verkiezingen moeten lokale besturen voorzichtig zijn met communicatie en besluitvorming. Ze moeten burgers correct en objectief informeren en mogen geen plotselinge, belangrijke beslissingen nemen.
Daarnaast gelden er specifieke verboden in deze periode:
- Het is niet toegestaan om in de 12 maanden voor de verkiezingen een constructieve motie van wantrouwen in te dienen. Dit voorkomt dat dit middel gebruikt wordt voor politieke afrekeningen vlak voor de verkiezingen.
- Het organiseren van een gemeentelijke volksraadpleging is niet toegestaan in het jaar voorafgaand aan de verkiezingen. Dit zorgt ervoor dat de volksraadpleging niet verward wordt met de verkiezingen, die over het algemene bestuur van de gemeente gaan.
- Het decreet over het lokaal bestuur voorziet ook in een sperperiode waarin bepaalde handelingen ten aanzien van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen zijn verboden, zoals de oprichting van dergelijke rechtspersonen in de loop van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden.
Na de verkiezingen: wat verandert er?
Na afloop de verkiezingen moet een nieuwe bestuursmeerderheid worden gevormd. Op dat vlak zijn de laatste jaren een aantal veranderingen aangenomen:
- Het initiatiefrecht: de verkozene met de meeste naamstemmen van de grootste lijst krijgt een exclusief recht om gedurende 14 dagen een meerderheid te vormen.
- De keuze van de burgemeester ligt niet langer bij de gemeenteraad. De kiezer bepaalt semi-rechtstreeks wie burgemeester wordt.
- Officiële voorakkoorden zijn niet langer toegestaan. Er moet gewerkt worden met een vastgesteld model van akte van voordracht, dat pas na het sluiten van de stemmen beschikbaar is.
Om de nieuwe bestuursploeg de kans te geven zich in te werken, is het verboden om in het eerste jaar van de nieuwe bestuursperiode een constructieve motie van wantrouwen aan te nemen.
Een aantal bepalingen voorziet ook specifieke regels over de vernieuwing van mandaten, de verlenging van de duur en de evaluatie van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen en verenigingen en vennootschappen van maatschappelijk welzijn.