Vanaf 1 januari 2024 breidt het flexi-jobsysteem opnieuw uit. Op basis van artikel 182 van de programmawet van 22 december 2023 werden een groot aantal sectoren toegevoegd. De programmawet wijzigt ook de voorwaarden voor het toekennen van flexi-jobs.
Wat verandert er?
Meer sectoren
Vanaf 1 januari 2024 wordt het systeem van de flexi-jobs op basis van artikel 182 van de programmawet van 22 december 2023 (BS 29.12.2023) nogmaals uitgebreid. Heel wat extra sectoren zoals garagebedrijven (PC 112) , brouwerijen en mouterijen (PC 118.07) en landbouw (PC 144) worden aan de lijst toegevoegd. Bekijk hier de volledige lijst.Opt-in/Opt-out
Daarnaast is er een "opt-in" en "opt-out"-procedure ingevoerd, waardoor de sociale partners kunnen afspreken of ze het flexi-jobsysteem in bepaalde sectoren al dan niet toestaan.Aangepaste voorwaarden
De programmawet brengt een aantal wijzigingen aan aan de voorwaarden om een flexi-job uit te oefenen vanaf 1 januari 2024. Concreet moet de werknemer aan twee nieuwe voorwaarden voldoen om een flexi-job te kunnen uitoefenen:
- hij mag gedurende hetzelfde kwartaal niet tewerkgesteld zijn of tewerkgesteld zijn geweest onder een andere arbeidsovereenkomst (of statutaire aanstelling) bij de werkgever bij wie hij een flexi-job gaat uitoefenen;
- hij mag gedurende dezelfde periode niet tewerkgesteld zijn bij een onderneming die verbonden is (in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, art. 1.20) aan de onderneming waarbij hij een arbeidsovereenkomst heeft voor een tewerkstelling van minimaal 4/5 van een voltijdse tewerkstelling van een referentiepersoon van de sector.
De werknemer kan bovendien geen flexi-job uitoefenen in de kwartalen T en T+1 als hij in kwartaal T-4 voltijds heeft gewerkt en daarna in kwartaal T-3 4/5 heeft gewerkt van een voltijdse tewerkstelling van een referentiepersoon in de sector waar de 4/5-tewerkstelling wordt gepresteerd. Deze voorwaarden worden gecontroleerd door de RSZ.