De hervorming van het goederenrecht
Inleiding
Op 1 september 2021 treedt het nieuwe Boek 3 van het goederenrecht in werking (Wet van 4 februari 2020). Deze wet hervormt op belangrijke punten het goederenrecht en vormt dus in die zin een baken voor iedereen die actief is in het vastgoedrecht. Zo zijn er nieuwe regels voor eigendom, mede-eigendom, erfdienstbaarheden, burenhinder, vruchtgebruik, erfpacht, opstal, hypothecaire publiciteit, enz. De wet vervangt Boek 2 van het oude Burgerlijk Wetboek van 1804, maar ook de Erfpachtwet van 1824, de Opstalwet van 1824, de eerste bepalingen van de Hypotheekwet, bepalingen uit het Veldwetboek, enz.
In deze overzichtsbijdrage van bijna 300 blz. geeft Vincent Sagaert, die samen met Prof. Pascale Lecocq de pen hield bij de wet, een overzicht van de voornaamste nieuwigheden uit de nieuwe wet.
Innovaties
De wet biedt voor de praktijk een aantal innovaties. Onder die laatste is bijvoorbeeld te denken aan overkoepelende bepalingen in verband met het goederenrecht, het opvullen van lacunes inzake hypothecaire publiciteit, aandacht voor volume-stapelingen, aandacht voor dieren in het vermogensrecht, een duidelijke articulatie van de wilsautonomie in het goederenrecht, enz. Op die manier brengt de wet het goederenrecht terug bij de tijd.
Praktische voorbeelden
De auteur duidt ook het belang van de nieuwe wet voor de praktijk aan de hand van zeer concrete voorbeelden. Zo biedt de auteur voorbeelden van de mogelijkheden inzake hypothecaire publiciteit, praktische implicaties van het eenheidsbeginsel, enz.
Lees de volledige bijdrage uit TPR rechtstreeks in Jura
Bron en auteur