Bijdrage van Michael Traest uit Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar :
In deze bijdrage worden de in ons land actueel geldende verwijzingsregels inzake contractuele verbintenissen geanalyseerd. Deze verwijzingsregels vinden we thans in de Europese verordening nr. 593/2008 van 17 juni 2018 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I-Vo). Nadat eerst wordt ingegaan op de achtergrond en ontstaansgeschiedenis van de verordening wordt stilgestaan bij de rechtsgrondslag van de verordening en de gevolgen daarvan, onder meer op het vlak van de prejudiciële procedure.
Aansluitend wordt uitvoerig ingegaan op de algemene toepassingsvoorwaarden van de verordening: het betreft het ruimtelijke, temporele en materiële toepassingsgebied ervan. Ook de verhouding tot andere rechtsinstrumenten zoals andere Europese regels (verordeningen en richtlijnen) en internationale verdragen komt aan bod.
De kern van de bijdrage omvat een gedetailleerde analyse van de eigenlijke verwijzingsregels uit de Rome I-Vo. De basisregel is deze van de rechtskeuzemogelijkheid met dien verstande dat ook correcties op deze rechtskeuze aan bod komen. Voor het geval geen rechtskeuze werd verricht zijn er een aantal algemene objectieve verwijzingsregels met ook eigen regels voor bepaalde specifieke overeenkomsten. Ook de eigen, specifieke verwijzingsregels die de Rome I-Vo bevat inzake vervoersovereenkomsten, consumentenovereenkomsten, verzekeringsovereenkomsten en arbeidsovereenkomsten komen aan bod.
Het geheel wordt afgesloten met een overzicht van een aantal andere en algemene verwijzingsregels. Het gaat onder meer om de specifieke regels voor bepalingen van bijzonder dwingend recht, de exceptie van internationale openbare orde en de (materiële en formele) geldigheid van overeenkomsten.
De analyse van de verschillende regels gaat gepaard doorheen de bijdrage gepaard met uitvoerige verwijzing naar beschikbare Europese rechtspraak (inbegrepen de relevant gebleven rechtspraak met betrekking tot het Verdrag van Rome van 19 juni 1980 dat de voorloper was van de Rome I-Vo) én Belgische en buitenlandse (inz. Nederlandse) rechtspraak.