DE BOCK Erik, Geen onbeperkt volgappel in de tijd voor het openbaar ministerie
De Juristenkrant 2022, afl. 441, 6
DE BOCK Erik, Geen onbeperkt volgappel in de tijd voor het openbaar ministerie
De Juristenkrant 2022, afl. 441, 6
Op 27 maart 2019 werd een man bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf en een beroepsverbod wegens een aantal faillissementsmisdrijven. Het vonnis werd hem betekend op zijn woonplaats in Bulgarije op 1 april 2019. Op 13 juni 2019 tekende hij verzet aan tegen de veroordeling. Daarnaast tekende hij op 1 juli 2019 hoger beroep aan tegen hetzelfde verstekvonnis. Dat hoger beroep door de beklaagde leidde tot een volgappel door het openbaar ministerie op 3 juli 2019. Het hof van beroep in Antwerpen, verklaarde het hoger beroep van eiser tot cassatie onontvankelijk wegens laattijdigheid. Het volgappel door het OM werd daarentegen wel ontvankelijk verklaard. Het hof verzwaarde in zijn eindarrest het in eerste aanleg opgelegde beroepsverbod. Tegen dat arrest van het hof van beroep Antwerpen tekende eiser cassatieberoep aan. In cassatie voerde hij in een eerste middel aan dat het hof van beroep het beroepsverbod niet kon verzwaren omdat het volg-appel van het OM eveneens laattijdig was ingesteld. Het middel oogst succes bij het Hof van Cassatie.
De beroepstermijnen in strafzaken waarover het openbaar ministerie beschikt om tegen een vonnis hoger beroep aan te tekenen, liggen vervat in artikel 203, § 1 Sv. en artikel 205 Sv.
Als uitgangspunt geldt dat het OM hoger beroep kan aantekenen gedurende 30 dagen te rekenen vanaf de datum van het vonnis. Op dat principe bestaan twee uitzonderingen. Zo kent artikel 203 § 1, tweede lid Sv. aan het openbaar ministerie een bijkomende beroepstermijn van tien dagen toe nadat de beklaagde of de burgerlijk aansprakelijke partij hoger beroep aantekende tegen een correctioneel vonnis. Artikel 205 Sv. voorziet daarnaast in de mogelijkheid voor het openbaar ministerie bij het appelgerecht om binnen een termijn van 40 dagen te rekenen vanaf de uitspraak van het vonnis in eerste aanleg hoger beroep aan te tekenen.
In zijn arrest van 23 november 2021 beaamt het Hof van Cassatie vooreerst dat het volgappel door het OM een zelfstandig rechtsmiddel is dat op het stuk van de ontvankelijkheid in principe niet afhangt van de ontvankelijkheid van een hoofdberoep door de beklaagde. Dat houdt in dat het volgappel eveneens bij verzoekschrift met bijhorend grievenformulier moet worden ingediend ter griffie van het gerecht dat het bestreden vonnis velde. Ook moet het bestreden vonnis appelabel zijn en moet het parket beschikken over een rechtens vereist belang om dat rechtsmiddel aan te wenden. Tot slot moet ook het volgappel tijdig worden ingesteld.Jura abonnee?
Lees deze bijdrage rechtstreeks in Jura