Legal11 september, 2020

Echtscheiding als vermogensplanningstechniek

Kinderen hebben, in principe, samen recht op de helft van de nalatenschap van hun ouders. Dat deel wordt het voorbehouden erfdeel of de reserve genoemd. Wanneer blijkt dat een ouder – al dan niet doelbewust – die reserve heeft aangetast door rechtshandelingen om niet, bestaan er verschillende remediëringsmogelijkheden. Kinderen volledig ‘onterven’ is dus niet mogelijk.

Geveinsde EOT

Mensen zijn echter creatief. Zo probeerde een echtpaar de kinderen van de man te onterven en de vrouw te bevoordelen door uit de echt te scheiden door onderlinge toestemming (hierna: EOT) en daarna opnieuw te huwen. Bij een EOT kunnen de echtgenoten hun vermogen namelijk naar wens verdelen. De resulterende verdeling neemt de vorm aan van een overeenkomst onder bezwarende titel. Daardoor zijn de klassieke remediëringsmogelijkheden niet toepasbaar.

De familierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen oordeelde dat hier sprake is van gemeenrechtelijke veinzing. De echtgenoten hadden niet de bedoeling om hun huwelijkse staat te beëindigen, maar om de kinderen van de man te benadelen. Door een beroep op de vordering tot geveinsdverklaring zijn de rechtsgevolgen van de EOT, waaronder de vermogensverdeling, niet tegenwerpelijk aan die kinderen. Bijgevolg is hun reserve opnieuw beschermd.

Regels versus belangen

Dat oordeel voelt rechtvaardig aan. De motivering overtuigt de annotator echter niet volledig. Uit de toepassing van de veinzing kan namelijk niet worden afgeleid waarom en in welke mate de kinderen van de man erfrechtelijke bescherming genieten. Die twee aspecten zijn de fundamentele rechtsvragen in dit geding.

Wanneer een geschil geen kant en klare oplossing heeft, kan het nuttig zijn te zoeken naar plaatsen in het recht waar hetzelfde of een gelijkaardig belangenconflict werd beslecht. In dit geval conflicteren drie belangen met elkaar: de erfrechtelijke bescherming van niet-gemeenschappelijke kinderen, de wilsvrijheid van de echtgenoten en het vergoedingsbelang van de langstlevende echtgenoot (hierna: LLE).

Bestaand wettelijk belangenevenwicht

Uit art. 913 BW (oud) art. 1394 en 1395 BW, art. 1461 en 1465 BW en art. 1287 Ger.W. kan vervolgens een wettelijk belangenevenwicht worden afgeleid. Dat evenwicht is het antwoord op de aangehaalde rechtsvragen. Het Belgische recht beschermt kinderen erfrechtelijk en redenen om daarvan af te wijken in dit geval bestaan niet. De niet-gemeenschappelijke kinderen hebben evenwel slechts een rechtmatig belang om op te komen tegen autonome handelingen van de echtgenoten ten belope van de helft van de fictieve massa.

Conclusie

Het wettelijke belangenevenwicht maakt duidelijk dat het oordeel van de rechter te weinig genuanceerd is. In plaats van alle voordelen aan de LLE te ontnemen, hadden die voordelen enkel gereduceerd mogen worden tot het beschikbaar deel van de nalatenschap.
De auteur
Bron: L. VAN DRIESSCHE, “Echtscheiding als vermogensplanning ten voordele van de langstlevende echtgenoot: het belang van belangen”, T. Fam. 2020, afl. 5, 146-155.
Back To Top